Programma 3 Water en bodem

Inleiding

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Inleiding

Een belangrijke mijlpaal in het eerste kwartaal van 2025 was het vaststellen van het addendum Regionaal Water en Bodemprogramma (RWP). Daarmee stellen we het beleid rond Water en Bodem voor de komende jaren vast, met medeneming van de ambities uit het Bestuursakkoord Samen maken we Brabant en beleidsontwikkelingen zoals de principes uit de Kamerbrief Water en Bodem Sturend.

Daarnaast is onder andere gewerkt aan de volgende onderwerpen, die in het voorjaar aan PS gecommuniceerd worden:

  • Strategienota KRW Impuls
  • 5 knelpuntendossiers in het kader van de Aanpak Landelijk Gebied
  • Plan van aanpak naar aanleiding van het ZRK rapport Drinkwater in gedrang
  • Plan van aanpak Circulair waterbeheer

Deze inzet is gericht op het behalen van de Kaderrichtlijn Waterdoelen op gebied van voldoende en schoon water omdat we zien dat de uitvoering van deze opgaven achter blijven. In die mate dat realisatie van de doelen in 2027 uit beeld raakt en we ons ook in de volgende planperiode hierop onverminderd moeten blijven inzetten.

100 deelnemers aan BodemUP ronden in 2025 het driejarig begeleidingstraject af. Daarnaast is er gestart met de werving van 400 nieuwe BodemUP deelnemers. In 2025 zijn er 1000 agrariërs die actief deelnemen aan BodemUP.

 

Half februari hebben de partners van de Hoogwateraanpak Brabant-Oost (HoWaBo) de samenwerkingsovereenkomst (SOK) getekend. Waterschappen Aa en Maas en De Dommel, de Provincie Noord-Brabant en de gemeenten ’s-Hertogenbosch, Heusden, Boxtel, Vught en St.-Michielsgestel verkennen gezamenlijk de oplossingen voor het hoogwater in Oost-Brabant.

 

Begin 2025 is ook gestart met de mid-term review van zowel het Grondwaterconvenant als de Maatwerkovereenkomst afspraken met de waterschappen (MOK’s). Daarnaast is de aanbesteding gestart voor de 6-jaarlijkse herijking van de gebiedsdossiers rond de grondwaterbeschermingsgebieden.

In 2025 komen we, mede naar aanleiding van het Zuidelijke Rekenkamerrapport Drinkwater in gedrang, met voorstellen tot het aanpassen van indicatoren, onder andere op het gebied van drinkwater, grondwater en verdrogingsopgave.

In 2024 zijn de bodemonderzoeken uitgevoerd om de diffuse belasting van PFAS in de bodem binnen de grondwaterbeschermingsgebieden beter in beeld te brengen. Naar aanleiding van de resultaten zijn, per grondwaterbeschermingsgebied, de gebiedswaarden bepaald en verwerkt in een rapportage. De onderzoeksgegevens en gebiedswaarden worden in de eerste helft van 2025 voorgelegd aan het RIVM met het verzoek een advies uit te brengen ten aanzien van de uitloging naar het grondwater in relatie tot het verruimen van de huidige regels van grondverzet binnen de gebieden.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken?

Voldoende Water

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Voldoende Water

Indicatoren:

  • De grondwatervoorraad is op orde en stabiel op termijn: Grondwaterstand en stijghoogte in de grondwaterlichamen voldoet aan de norm (uiterlijk 2027 moeten beide grondwaterlichamen voldoen, 1 voldoet momenteel niet).
  • Voldoende grondwater voor de natuur: Areaal natte natuurparels dat niet langer verdroogd is (uiterlijk 2027 is 12.000 ha NNP niet langer verdroogd).
R

Bovenstaande indicatoren vergen een langetermijn aanpak en medewerking van veel partijen. Daarom hebben we in 2021 nadere afspraken gemaakt met onze waterpartners in het Grondwaterconvenant 2021-2027, de Droogteagenda 2023-2040 en de Maatwerkovereenkomsten met de waterschappen (MOKs) en de daarbij horende adaptieve programmering. Het beeld ontstaat dat niet alle maatregelen gericht op verdrogingsbestrijding voor 2027 uitgevoerd kunnen worden. Dit komt met name door onvoldoende beschikbare gronden en de complexiteit van het uit te voeren watersysteemherstel. In 2025 volgt een KRW toestand- en trendanalyse, die onder andere ingaat op de toestand en trend van de verdroging in het grondwaterlichaam Centrale Slenk.

Wat gaan we daarvoor doen?

Schoon Water

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Schoon Water

Indicatoren:

Basis op orde: alle oppervlaktewateren en het grondwater voldoen aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water in 2027. (bevat verplichte indicator BBV: % van de waterlichamen met een goede ecologische kwaliteit) 

  • Alle fysische, biologische en chemische parameters zijn op orde voor zowel de KRW-oppervlaktewateren als de overige oppervlaktewateren. 
  • Het grondwaterlichaam verkeert in een goede chemische (grondwater)toestand; 
  • Er vindt geen trendmatige achteruitgang van de (grond)- waterkwaliteit plaats 

Verminderde inbreng stoffen: 

  • De inbreng van antropogene stoffen en stoffen die expliciet in de KRW genoemd zijn wordt voorkomen en beperkt. Dit geldt voor alle gevaarlijke stoffen, ook als er momenteel nog geen waternormen voor zijn, zoals voor PFAS, bestrijdingsmiddelen, medicijnresten en plastics. 

Grondwater voor menselijke consumptie is blijvend beschermd:

  • Bronnen openbare drinkwaterwinningen zijn op orde. 

Deze indicatoren dragen bij aan de provinciale doelstelling om ‘3 gezonde levensjaren erbij voor iedere Brabander’. 

R

De waterkwaliteit voldoet niet overal aan de wettelijke eisen. Via de adaptieve programmering van de maatwerkovereenkomsten (MOKs) en de KRW-impuls bespreken we met de waterschappen op welke manieren de uitvoering versneld kan worden. Het beeld ontstaat dat niet alle inrichtingsmaatregelen voor 2027 uitgevoerd kunnen worden. Dit komt met name door onvoldoende beschikbare gronden en de complexiteit van het uit te voeren watersysteemherstel. De bronnen voor openbare drinkwaterwinningen zijn op orde, maar grondwaterbescherming verdient blijvend aandacht (denk aan stikstof en fosfaat, gewasbeschermingsmiddelen, andere stoffen zoals PFAS). Hier werken we aan via een update van de gebiedsdossiers per grondwaterbeschermingsgebied, monitoring op stoffen, beleidsvorming rond het gebruik van mest en gewasbeschermingsmiddelen in deze gebieden en de inzet van VTH via de omgevingsdienst Zuidoost-Brabant.
In 2024 is samen met de waterschappen de KRW-Impuls Brabant opgesteld als opmaak naar een gezamenlijke bestuurlijke agenda op dit technisch, financieel en bestuurlijke complexe dossier.

Wat gaan we daarvoor doen?

Veilig Water

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Veilig Water

Indicatoren: 

Brabant is beschermd tegen overstromingen en biedt Ruimte voor de rivier: 

  • Het percentage rivierenlandschap waar sprake is van sterke dijken in combinatie met een uitbreiding van de afvoercapaciteit. 
  • De regionale keringen zijn veilig. (100% voldoet aan de norm). 
G

Wat gaan we daarvoor doen?

Vitale Bodem

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Vitale Bodem

Indicatoren: 

In de agrarische beïnvloedingsgebieden rondom de prioritaire N2000 gebieden en natte natuurparels, in de voedingsgebieden voor strategische grondwatervoorraden, grondwaterbeschermingsgebieden en gebieden met verhoogd risico op uitspoeling van nitraat en afspoeling van fosfaat is de bodem vitaal en worden de normen voor de Kaderrichtlijn Water en Nitraatrichtlijn gehaald: 

  • de sponswerking voor water en voedingsstoffen is op orde: verliezen van voedingsstoffen naar het grond- en oppervlakte- water zijn minimaal en er is geen sprake meer van verdichting, zodat regenwater kan infiltreren;
  • het gehalte aan organische stof is op zodanig niveau dat een gevarieerd bodemleven mogelijk is en meststoffen en water worden gebonden;
    Streven: 100% van de landbouwbodems in 2050 vitaal, gekoppeld aan klimaat adaptieve inrichting en gebruik. 

Ecologische principes nemen een centrale plaats in de agrarische bedrijfsvoering in:

  • het aantal praktiserende boeren neemt toe. 

Deze indicatoren dragen via een verbeterde (grond)waterkwaliteit bij aan de provinciale doelstelling van ‘3 gezonde levensjaren erbij voor iedere Brabander’. 

O

Hoe vitaler de bodem is, hoe beter de effecten van klimaatverandering (zoals lange perioden van droogte en extreme regenbuien) opgevangen kunnen worden.
Voor bodemvitaliteit zijn nog geen breed geaccepteerde normen. Hier vindt landelijk en Europees nog de discussie over plaats. Herstel van de vitaliteit van de bodem vergt meerjarige inzet en effecten zijn pas na enkele jaren merkbaar. Daarom staan deze langetermijnindicatoren op ‘oranje’.

Wat gaan we daarvoor doen?

Klimaatadaptatie

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Klimaatadaptatie

Indicator:

  • Brabant heeft in 2050 een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting: Brabant wordt klimaatbestendig en waterrobuust ingericht op basis van de leidende principes uit dit RWP. (100% in 2050)
O

Een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting van Noord-Brabant vereist een transitie in het stedelijk en landelijk gebied: van zo snel mogelijk afvoeren naar vasthouden van water. De gewenste transitie in de omgang met water in het licht van een veranderend klimaat vereist ook een omslag in denken en handelen én samenwerking door alle partijen in Brabant, van inwoner tot bedrijfsleven. In 2023 zijn de nieuwe klimaatscenario's van het KNMI verschenen. In vergelijking met de vorige KNMI-scenario's uit 2014 zijn de zeespiegelstijging, de temperatuurstijging in de zomer en de droogte aanzienlijk naar boven bijgesteld. Onduidelijk is of onze inspanningen voldoende blijken met het oog op de snelheid en impact van klimaatverandering. In 2024 zijn op basis van de KNMI’23 klimaatscenario’s vier nieuwe Deltascenario’s opgesteld met mogelijke toekomstbeelden. In alle vier de Deltascenario’s nemen de opgaven substantieel toe, tenzij de wereld op korte termijn stopt met de uitstoot van broeikasgassen. Daarom staat deze indicator op 'oranje'.

Wat gaan we daarvoor doen?

Ontwikkelingen en onzekerheden

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Ontwikkelingen en onzekerheden

•    Voor het doelbereik in het Water en Bodem domein is samenwerking essentieel. We zien op sommige onderwerpen dat het Rijk kansen laat liggen, bijvoorbeeld waar het gaat om de toediening van mest en bestrijdingsmiddelen, de inzet op waterbesparing en klimaatbestendig bouwen. Met het addendum RWP geven we aan hoe we als provincie water en bodem sturend laten zijn. We blijven hierop inzetten en we blijven het Rijk oproepen hieraan bij te blijven dragen. Hierdoor kunnen ramingen op onderwerpen gekoppeld aan de Kaderrichtlijn Water nog aanpassingen vragen in 2025.

•    Een andere majeure ontwikkeling is de Aanpak Landelijk Gebied. In Q2 verwachten we vanuit de GGA gebieden voorstellen om grote stappen voorwaarts te zetten in de doelen voor natuur, landbouw, stikstof, water en bodem. Waar mogelijk ondersteunen we de gebieden bij het maken van goede voorstellen. Het verwerken van de (inzet van) middelen op deze opgave (onder andere No-Regret middelen van het Rijk) kunnen leiden tot bijstelling van de ramingen op het gebied van KRW.

•    Het project Roode Vaart handelen we dit jaar juridisch af, de gerechtelijke uitspraak kan leiden tot het herplannen van de inzet van de beschikbare middelen.