Ondanks goede afspraken en concrete plannen zien we dat de uitvoering van het programma mobiliteitsontwikkeling niet voorspoedig verloopt.
We zijn nog altijd in staat om nieuwe afspraken te maken met zowel Rijk als regio over de verdere ontwikkeling van het mobiliteitssysteem in Brabant. We zien echter wel de teruglopende financiële middelen bij alle partners in de nabije toekomst.
Daarnaast ondervinden we bij de uitvoering steeds meer hinder van zowel corona als stikstof. Er is sprake van vertraging bij de behandeling door de Raad van State en uitdagingen bij het oplossen van het stikstofvraagstuk. Vertraging bij een aantal majeure provinciale opgaven is reeds aan de orde, zoals bij GOL en de N279 Veghel – Asten, en dreigt voor onder meer de N65 en de N282 Rijen – Hulten - Reeshof. Maar ook bij rijksprojecten als PHS en Wilhelminakanaal, waarbij de provincie risicodragend partner is, ondervinden we tegenslagen in de uitvoering. Behalve een latere oplevering heeft de vertraging vaak ook een (stevige) financiële impact.
Gevolgen corona
Behalve de vertraging in het doorlopen van de juridische procedures bij wegenprojecten kent de coronapandemie echter ook haar voordelen ten aanzien van mobiliteit. Men is bewuster van het reisgedrag en dat geeft ons ook belangrijke inzichten. Dat heeft geresulteerd in een aantal afspraken, met o.a. werkgevers en onderwijsinstellingen over planning, gedrags- en smart mobility maatregelen. De goede dingen hieruit worden doorgezet.