Wij willen optimaal en op een strategische manier gebruik blijven maken van de kansen die Europa ons biedt om provinciale beleidsdoelen te bereiken. De Europese Commissie stelt voor de programmaperiode 2014 - 2020 miljarden aan Europese middelen beschikbaar om de doelstellingen die staan beschreven in de Europa 2020 strategie te verwezenlijken.
De doelstellingen zoals aangegeven in o.m. het Economisch Programma Brabant 2020, het nieuwe bestuursakkoord “Brabant in beweging” en de Smart Specialisation Strategy (RIS3) sluiten perfect aan bij de doelstellingen uit de Europa 2020 strategie (slimme, duurzame en inclusieve groei) en biedt kansen om met behulp van de Europese cofinanciering de Brabantse doelstellingen te verwezenlijken.
Het zogenoemde multiplier effect van elke geïnvesteerde euro maken de Europese middelen tot belangrijke impulsgelden voor de provincie. De Europese middelen zijn een katalysator bij het stimuleren van vooral het bedrijfsleven en Triple Helix partners om te innoveren en innovatiekracht te verbinden met belangrijke en actuele maatschappelijke opgaven.
Om optimaal gebruik te maken van de kansen die Europa biedt zet de provincie Noord-Brabant zich voor de lopende zeven jaar sterk in op:
- Subsidie instrumenten
a. Majeure Europese programma’s
b. Uitbreiding andere Europese financieringsbronnen
- Bancaire instrumenten
- Beleidsinstrumenten
Ad ) 1a Majeure Europese programma’s
De provincie Noord-Brabant is betrokken bij de volgende Europese majeure programma’s: als management Autoriteit van OPZuid, gemandateerd management Autoriteit voor POP3 en strategisch partner voor Interreg spelen wij gedurende de gehele programmaperiode 2014-2020 een belangrijke rol bij het beheer, de vormgeving, uitvoering en lancering van de verschillende Europese programma’s.
Dit gebeurt in goede afstemming met de interne en externe partners. De geplande openstellingen als de uitputting van de verschillende programma’s lopen op schema. In de tabel met beleidsprestaties is dit verder uitgewerkt.
• OPZuid
Europa stelt € 114 miljoen beschikbaar voor het OPZuid programma. Dit is een gezamenlijk programma voor de drie zuidelijke provincies. Binnen het OPZuid richten we ons op verbetering van het regionale concurrentievermogen en de werkgelegenheid door middel van de speerpunten innovatiebevorderingen op basis van de “Smart Specialisation Strategy” RIS3 en de overgang naar een koolstofarme economie.
• INTERREG
Interreg zet in op “grensvervaging” en bevordering van samenwerking tussen regionale gebieden in verschillende landen. Interreg A is gericht op grensoverschrijdende samenwerking met België, Duitsland, Frankrijk en Engeland en verwacht wordt € 40 miljoen voor de 4 Interreg A programma te genereren. De nadruk ligt hierbij op de thema’s innovatie, duurzaamheid en grensoverschrijdend arbeidsmarktbeleid. De Interreg-programma’s zijn een belangrijk instrument bij de verwezenlijking van de internationale ambities van Brabant, zoals o.a. die zijn verwoord in het Internationaliserings Plan Brabant (IPB).
• Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3)
Vanuit Europa is er voor het POP3 een bedrag van € 55,74 miljoen beschikbaar voor de provincie Noord-Brabant. Dit programma richt zich op verduurzaming en innovatie van de landbouw en de daarmee verbonden thema’s zoals transitie agrofood, water, natuur, milieu en plattelandsontwikkeling. Innovatie vormt hier een rode draad in POP3, en wel vanuit de landbouw met slimme cross-overs naar andere sterke sectoren (de zogenaamde RIS3-strategie) en samenhangende beleidsthema’s. Bovendien richten we ons bij de POP3-openstellingen op projecten die leiden tot daadwerkelijke transitie van de agrarische sector. Met deze elementen wordt aangesloten op de thema’s van het nieuwe bestuursakkoord: Brabant Innoveert, Brabant Vergroent en Brabant Verduurzaamt.
Mijlpaal 2017: het oude programma OP Zuid 2007-2013 is volledig gecontroleerd en goedgekeurd door de Europese Commissie, hetgeen geleid heeft tot 100% uitbetaling van de maximaal beschikbare € 189 miljoen voor landsdeel Zuid.
Ad) 1b Uitbreiding andere Europese financieringsbronnen
Naast de majeure programma’s waarin de provincie een duidelijk rol heeft toebedeeld is er proactief gezocht en ingezet op andere Europese programma’s en fondsen.
• Horizon 2020
Op basis van het ERAC-onderzoek (ERAC Adviesbureau voor regionale en Europese impact dat is ingehuurd door de provincie met de opdracht om een overzicht te maken van alle Europese middelen die in Brabant landen) is een analyse gemaakt van waar de mogelijkheden voor nieuwe Europese financieringsinstrumenten liggen die tot meer Brabantse initiatieven voor subsidieaanvragen kunnen leiden. In de eerste helft van 2017 is door Europa een beleidskader geschreven. Hierin is aangegeven dat het Horizon 2020 programma grote kansen biedt voor Brabant op het gebied van Agrofood.
Met het Horizon 2020 dat door de Europese Commissie zelf wordt gemanaged wil de Europese Commissie en de Nederlandse overheid wetenschap en innovatie stimuleren in het bedrijfsleven en de academische wereld. Het programma heeft een totaalbudget van ongeveer €80 miljard voor de periode 2014-2020.
De uitkomsten van het onderzoek zijn gepresenteerd aan onze agrofood netwerkpartners (met name bedrijfsleven, kennisinstellingen, Triple Helix organisaties en regionale ontwikkelingsmaatschappijen) en ondersteuning is aangeboden om tot nieuwe concrete initiatieven en projecten te komen op het gebied van agrofood.
Ad) 2 Bancaire instrumenten
• Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI)
Het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI) is de kern van het investeringsplan van de commissie Juncker, om een investeringsimpuls van € 500 miljard (SME window) te genereren voor de Europese lidstaten. Het is de inzet van de Nederlandse provincies om, samen met partners, te komen tot projecten gericht op het EFSI.
Mede op basis van een ex ante kapitaalonderzoek (waarin Brabant heeft bekeken hoe het EFSI hulp kan bieden aan Brabantse MKB bedrijven), heeft PS in september besloten in te zetten op de inrichting van een Brabantse MKB-plus faciliteit.
Met deze faciliteit krijgen snelgroeiende kleine en middelgrote ondernemingen toegang tot kapitaal (equity) en vreemd vermogen (debt) om zo een schaalsprong (scale up) te kunnen maken. Hierdoor wordt financiering mogelijk gemaakt van bijvoorbeeld nieuwe fabrieken die bijdragen aan grootschalige marktintroductie van technologie gedreven innovatieve producten.
In 2017 hebben met het Europees Investerings Fonds (EIF) en het Nederlands Investeringsagentschap (NIA) nadere besprekingen plaatsgevonden over de opening van een Brabants luik om kapitaal (equity) te kunnen verstrekken. Deze besprekingen verlopen voortvarend en de inzet is om eind eerste kwartaal 2018 te openen.
Ook hebben verkenningen met de Europese Investeringsbank (EIB) en het NIA plaatsgevonden ten aanzien van de leningen kant van de faciliteit (debt). Doelstelling blijft om hiervoor in 2018 een overeenkomst getekend te hebben.
Mijlpaal 2017: Rijk, EIB en Brabant hebben een Memorandum of Understanding afgesloten over de opzet van het MKBplus instrumentarium, met harde financiële toezeggen voor de financiering
Ad) 3 Beleidsinstrumenten
• Vanguard initiatief
Het Vanguard initiatief is een initiatief waarin ruim 30 Europese regio’s samenwerken. Het initiatief is gericht op een “slimme” revival van de Europese maakindustrie (Smart Industries). Brabant participeert actief in dit Europese Samenwerkingsproject, gezien het grote belang van de Smart Industrie-agenda in onze regio. Brabant werkt hierbij nauw samen met een aantal andere provincies waaronder Gelderland, Overijssel, Limburg en Zeeland, het rijk en regio’s in Europa (waaronder: Vlaanderen en Baden Württemberg). Concreet is het initiatief bericht op:
a. Beleidsbeïnvloeding in Brussel, zodanig dat binnen en/of naast bestaande Europese fondsen, maar ook in regelgeving, hoge prioriteit wordt gegeven aan baanbrekende projecten op het gebied van Smart Industries, vooral ook na 2020. Resultaat is concrete ondersteuning in 2018 vanuit de EC voor projecten waarin Brabant betrokken is.
b. Kennisdeling en samenwerking op het gebied van Smart-Industries met andere regio’s (“brengen en halen”). Het is voor het Brabants bedrijfsleven wezenlijk om goed aangesloten te zijn op ontwikkelingen in andere, toonaangevende regio’s binnen Europa, op het gebied van Smart Industries. Er zijn concrete samenwerkingsprojecten met Vlaanderen, Baden Württemberg en Lombardije opgestart.
Mijlpaal 2017: Vanguard speelt meer en meer een rol als voorbeeldinitiatief voor het toekomstige Interreg, waarbij innovatieve partijen in heel Europa met elkaar kunnen samenwerken, zonder geografische belemmeringen
• Monitoring Europese programma’s
Jaarlijks monitort Stimulus Programmamanagement van de provincie Noord-Brabant - in samenwerking met ERAC - de verlening van Europese subsidies aan projecten met begunstigden die zijn gevestigd in Zuid-Nederland. Deze gegevens worden ieder half jaar geactualiseerd en laten zien dat vanaf het begin van de huidige programmaperiode 2014-2020 voor 814 projecten Europese subsidie is toegekend aan ontvanger in Brabant.
Mijlpaal 2017: De totale verleende subsidie aan deze projecten bedraagt € 366.609.000 in Brabant. De totale investering uit deze projecten bedraagt (minimaal) 1 miljard euro. Uit deze investeringen mag 8.152 fte werkgelegenheid worden verwacht in Brabant. Het gehele rapport met peildatum 1 oktober 2017 is bijgevoegd in de bijlage.
• Nieuwe programmaperiode 2020-2027
In de aanloop naar de volgende programmaperiode staan de provincies aan de lat om samen met de steden, triple helix organisaties, kennisinstellingen en overige stakeholders te komen tot een integrale strategie op landsdelig niveau, uitmondend in een nieuwe RIS 3. Om deze gestalte te geven is in 2017 op initiatief van Brabant een werkgroep Cohesie Zuid in het leven geroepen en een eerste aanzet gemaakt om in 2018 tot een gedragen strategie te komen waarmee provincies, samen met gemeente, het Rijk en triple helices gestuurd kan worden op de allocatie van middelen.
Mijlpaal 2017: In IPO-verband is overeenstemming bereikt over het streven om na 2020 zoveel mogelijk te gaan werken met één programma per landsdeel voor de verschillende ESI-fondsen (EFRO ESF en POP), met één set van regels en één autoriteit, die het volledige programmabeheer doet (managen, certificeren en auditen)