Inleiding

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Inleiding

In de tweede helft van 2025 is onze inzet onverminderd gericht op water- en bodemsysteemherstel en het behalen van de Kaderrichtlijn Waterdoelen voor voldoende en schoon grond- en oppervlaktewater. Zoals in de eerste bestuursrapportage al is aangegeven zien we dat realisatie van de KRW doelen in 2027 uit beeld raakt en dat de uitvoering op onderdelen achterblijft.

Er is onder andere (verder) gewerkt aan de KRW Impuls Brabant, verdrogingsbestrijding en verbreding van de Grondwaterheffing.  Er is bijgedragen aan de Aanpak Landelijk Gebied, in het bijzonder aan de versnellingsdossiers, de appreciatie en het opwerken van voorstellen vanuit de GGA-gebieden en de ontwikkeling van het programma Overgangsgebieden. Er is meegewerkt aan de ontwikkeling van doelsturing, bijgedragen aan de 80% versie van het actieplan gewasbeschermingsmiddelen en aan het Stappenplan verdere verduurzaming pacht provinciale agrarische gronden.

 

Voor de Hoogwateraanpak Brabant-Oost en de dijkverbetering Lith-Bokhoven zijn de Notities Reikwijdte en detailniveau in het kader van de MER-procedures vastgesteld.

Provinciale Staten brachten in mei een bezoek aan de Kalmthoutse Heide als onderdeel van het internationale Geopark Schelde Delta. Ook in mei is met het slotevent, publicatie van ‘Het verhaal van Waterpoort 2010-2025’ en de film over vijftien jaar Waterpoort een bijzondere samenwerking in het gebied rondom het Volkerak-Zoommeer naar een volgende fase gebracht en afgerond vanuit de provincie.

Er zijn belangrijke stappen gezet in het drinkwaterdossier, zowel met de vaststellingsovereenkomst over grondwaterwinning Gilzerbaan (met Brabant Water, Noordbrabants Landschap en Brabantse Milieufederatie) als met het besluit van Gedeputeerde Staten om voor de nieuwe winning Kruisland een projectbesluit procedure te starten om hier op termijn drinkwaterwinning mogelijk te maken.

In het Voortgangsdocument over 2025 voor Provinciale Staten staan voorstellen tot het aanpassen van indicatoren op het gebied van drinkwater naar aanleiding van het Zuidelijke Rekenkamerrapport Drinkwater in gedrang.

De mid-term reviews van het Grondwaterconvenant en van de Maatwerkovereenkomsten met de waterschappen worden afgerond en betrokken bij de tussenevaluatie van het Regionaal Water- en Bodemprogramma 2022-2027. Deze tussenevaluatie wordt uitgevoerd om behalve de voortgang ook in beeld te brengen hoe de realisatie in de laatste programmajaren kan worden versterkt en welke aandachtspunten er zijn voor de komende programmaperiode.

In aanloop naar die volgende programmaperiode, van 2028 tot en met 2033, is daarnaast een ex ante evaluatie gestart om eind van dit jaar over bouwstenen te beschikken voor het verder consolideren en realiseren van het provinciale beleid rond water en bodem.

Met het principe ‘water en bodem sturend’ als kompas, heeft Brabant een betekenisvolle stap gezet in het Addendum dat inmiddels is verwerkt in het Regionaal Water en Bodemprogramma 2022-2027. Een toekomstbestendig Brabant vraagt ruimtelijke keuzes die het natuurlijke systeem versterken. Met het eerste Ruimtelijk Arrangement zijn in juni van dit jaar samenwerkingsafspraken tussen Rijk en provincie vastgesteld voor ruimtelijke opgaven in Noord-Brabant. Hierin staan ook afspraken met betrekking tot de opgaven zoetwatervoorziening, drinkwatervoorziening en rivierengebied.

In hoofdstuk 6 van de voortgangsrapportage uitvoeringagenda Regionaal Water en Bodemprogramma is voor een aantal indicatoren de meerjarenraming aangepast. Deze aanpassingen zijn verwerkt in deze bestuursrapportage.

Voor Bodemsanering verwachten we een advies van het RIVM ten aanzien van de onderzoeksgegevens en de voorgestelde gebiedswaarden PFAS in onze grondwaterbeschermingsgebieden. Pas daarna kan er gekeken worden naar eventuele benodigde aanpassingen van de regels gesteld in onze verordening ten aanzien van grondverzet binnen deze gebieden. Ook worden in het najaar de eerste bodemonderzoeken t.b.v. het PFAS-bronnenonderzoek uitgevoerd. De sanering van de grondverontreiniging in Gerwen, ontstaan door een lekkage van de PLUTO pijpleiding, is afgerond en de tuinen worden na de zomer ‘teruggegeven’ aan de bewoners. Tegelijkertijd wordt de grondwatersanering opgestart. Tevens wordt naar verwachting in het najaar de actieve sanering van de bodemverontreiniging op de Brabantse Wal afgerond. In de tweede helft van 2025 zal ook de Europese Bodemmonitoringsrichtlijn van kracht worden.   

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken?

Voldoende Water

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Voldoende Water

Indicatoren:

  • De grondwatervoorraad is op orde en stabiel op termijn: Grondwaterstand en stijghoogte in de grondwaterlichamen voldoet aan de norm (uiterlijk 2027 moeten beide grondwaterlichamen voldoen, 1 voldoet momenteel niet). 
  • Voldoende grondwater voor de natuur: Areaal natte natuurparels dat niet langer verdroogd is (uiterlijk 2027 is 12.000 ha NNP niet langer verdroogd).
  • Voldoende (grond)water voor de bereiding van drinkwater voor openbare drinkwatervoorziening (gehele verzorgingsgebied kan zonder problemen worden bediend)
Rood

Bovenstaande indicatoren vergen een langetermijn aanpak en medewerking van veel partijen. Daarom hebben we in 2021 nadere afspraken gemaakt met onze waterpartners in het Grondwaterconvenant 2021-2027, de Droogteagenda 2023-2040 en de Maatwerkovereenkomsten met de waterschappen (MOKs) en de daarbij horende adaptieve programmering. Het beeld ontstaat dat niet alle maatregelen gericht op verdrogingsbestrijding voor 2027 uitgevoerd kunnen worden. Dit komt met name door onvoldoende beschikbare gronden en de complexiteit van het uit te voeren watersysteemherstel

Schoon Water

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Schoon Water

Indicatoren:

Basis op orde: alle oppervlaktewateren en het grondwater voldoen aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water in 2027. (bevat verplichte indicator BBV: % van de waterlichamen met een goede ecologische kwaliteit) 

  • Alle fysische, biologische en chemische parameters zijn op orde voor zowel de KRW-oppervlaktewateren als de overige oppervlaktewateren. 
  • Het grondwaterlichaam verkeert in een goede chemische (grondwater)toestand; 
  • Er vindt geen trendmatige achteruitgang van de (grond)- waterkwaliteit plaats 

Verminderde inbreng stoffen: 

  • De inbreng van antropogene stoffen en stoffen die expliciet in de KRW genoemd zijn wordt voorkomen en beperkt. Dit geldt voor alle gevaarlijke stoffen, ook als er momenteel nog geen waternormen voor zijn, zoals voor PFAS, bestrijdingsmiddelen, medicijnresten en plastics. 

Grondwater voor menselijke consumptie is blijvend beschermd: 

  • Bronnen openbare drinkwaterwinningen zijn op orde en staan kwalitatief niet onder druk (Brabant breed ruim voldoende schone bronnen aanwezig).

Deze indicatoren dragen bij aan de provinciale doelstelling om ‘3 gezonde levensjaren erbij voor iedere Brabander’. 

Rood

De waterkwaliteit voldoet niet overal aan de wettelijke eisen. Via de adaptieve programmering van de maatwerkovereenkomsten (MOKs) en de KRW-impuls Brabant hebben we afspraken gemaakt met de waterschappen op welke manieren de uitvoering versneld kan worden. De waterkwaliteit verbetert wel op onderdelen, we halen echter de doelen in 2027 niet.

De bronnen voor openbare drinkwaterwinningen zijn op orde, maar grondwaterbescherming verdient blijvend aandacht (denk aan stikstof en fosfaat, gewasbeschermingsmiddelen, andere stoffen zoals PFAS). Hier werken we aan via een update van de gebiedsdossiers per grondwaterbeschermingsgebied, monitoring op stoffen, beleidsvorming rond het gebruik van mest en gewasbeschermingsmiddelen in deze gebieden en de inzet van Vergunning Toezicht en Handhaving via de omgevingsdienst Zuidoost-Brabant

Veilig Water

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Veilig Water

Indicatoren:

Brabant is beschermd tegen overstromingen en biedt Ruimte voor de rivier: 

  • Het percentage rivierenlandschap waar sprake is van sterke dijken in combinatie met een uitbreiding van de afvoercapaciteit. 
  • De regionale keringen zijn veilig. (100% voldoet aan de norm). 
Groen

De provincie Noord-Brabant is betrokken bij alle dijkversterkingsprojecten langs het primair en regionaal systeem. Waarbij in de verschillende processen wordt gewerkt aan de ruimtelijke kwaliteit om naast een de dijkversterking als primair doel van het waterschap ook de afvoercapaciteit te verhogen door meer ruimte voor de rivier te realiseren, zoals bij Meanderende Maas en Oeffelt. Met de waterschappen wordt periodiek de voortgang met betrekking tot de verbeteropgaven voor de regionale keringen gemonitord en besproken. Hierbij wordt samen met de waterschappen onderzocht of een nieuwe methode van toetsen noodzakelijk is om Brabant ook in de toekomst beter te beschermen tegen wateroverlast uit het regionaal systeem.

Vitale Bodem

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Vitale Bodem

Indicatoren: 

In de agrarische beïnvloedingsgebieden rondom de prioritaire N2000 gebieden en natte natuurparels, in de voedingsgebieden voor strategische grondwatervoorraden, grondwaterbeschermingsgebieden en gebieden met verhoogd risico op uitspoeling van nitraat en afspoeling van fosfaat is de bodem vitaal en worden de normen voor de Kaderrichtlijn Water en Nitraatrichtlijn gehaald: 

  • de sponswerking voor water en voedingsstoffen is op orde: verliezen van voedingsstoffen naar het grond- en oppervlakte- water zijn minimaal en er is geen sprake meer van verdichting, zodat regenwater kan infiltreren;
  • het gehalte aan organische stof is op zodanig niveau dat een gevarieerd bodemleven mogelijk is en meststoffen en water worden gebonden;
    Streven: 100% van de landbouwbodems in 2050 vitaal, gekoppeld aan klimaat adaptieve inrichting en gebruik. 

Ecologische principes nemen een centrale plaats in de agrarische bedrijfsvoering in:

  • het aantal praktiserende boeren neemt toe. 

Deze indicatoren dragen via een verbeterde (grond)waterkwaliteit bij aan de provinciale doelstelling van ‘3 gezonde levensjaren erbij voor iedere Brabander’. 

Oranje

Herstel van de bodem vitaliteit kost meerdere jaren. Daarnaast kunnen we bodemvitaliteit niet afdwingen. Verder zijn er voor bodemvitaliteit nog geen breed geaccepteerde normen. Hier vindt landelijk en Europees nog de discussie over plaats. Om deze reden staat de indicator op oranje.

Klimaatadaptatie

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Wat willen we bereiken? - Klimaatadaptatie

Indicator:

  • Brabant heeft in 2050 een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting: Brabant wordt klimaatbestendig en waterrobuust ingericht op basis van de leidende principes uit dit RWP. (100% in 2050)
Oranje

De klimaatverandering gaat sneller dan we verwachtten, zie de klimaatscenario’s KNMI 2023, terwijl het implementeren van de aanpak om te komen tot een klimaatbestendige inrichting binnen de provinciale organisatie vertraagt.

Ontwikkelingen en onzekerheden

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Ontwikkelingen en onzekerheden

•    Rivierverruiming: Lob van Gennep is opgestart in combinatie met de Maaskoppelprojecten Meanderende Maas en Oeffelt. Echter is Lob van Gennep later gepland in de programmering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Om de uitvoering niet te vertragen vraagt dit om voorfinanciering. Door de huidige renteontwikkeling kan dit een aanvullende bijdrage vragen van de provincie Noord-Brabant. Een concreet beeld hiervan volgt in Q1 2026.
•    Rivierverruiming: ten aanzien van de projecten Ossekamp de Waarde en Meanderende Maas loopt besluitvorming uit en daarmee wordt een aanvullende provinciale bijdrage in 2025 mogelijk onzeker.
•    Project Roode Vaart: in afwachting consequenties uitspraak van de Raad voor Arbitrage bij bouwgeschillen voor de provinciale bijdrage. De omvang van de aanvullende provinciale bijdrage wordt momenteel door gemeente Moerdijk berekend en komt eind 2025 of mogelijk begin 2026 tot betaling.
•    Bijdrageregeling Klimaatadaptatie – gemeenten: in het najaar van 2025 wordt de nieuwe bijdrageregeling opengesteld. Het is moeilijk in te schatten hoeveel beschikkingen in 2025 afgegeven gaan worden of dat deze begin 2026 worden afgegeven.
•    Er wordt volop gewerkt aan de uitvoering van de KRW-inrichtingsmaatregelen en de KRW-impuls waarbij door de complexiteit van de werkzaamheden de ramingen kunnen wijzigen en bijstelling bij de Slotwijziging nodig kan zijn. 
•    Vaarwegen: de definitieve afrekening voor 2025 moet nog ontvangen worden en kan licht afwijken van de huidige raming waardoor een beperkte bijstelling bij de Slotwijziging noodzakelijk kan zijn.
•    Er is veel animo voor de subsidieaanvragen voor de Zoetwaterbeschikbaarheidsprojecten via het Deltaplan Hoge Zandgronden, precieze bedragen en timing van de beschikkingen kunnen nog afwijken van de ramingen.
•    Bodemsaneringen worden door Rijksmiddelen (SPUK's) gedekt. Het verloop van deze projecten is zeer afhankelijk van de aard en omvang van de vervuiling. Een realistische prognose afgeven is hierdoor lastig. Bij de slotwijziging zullen we de ramingen per SPUK opvoeren, evenals de ophoging van het organisatiekostenbudget t.l.v. de diverse SPUK's Bodem en reserve Bodem. Daarnaast verstrekt de provincie namens het Rijk subsidies voor bodemsaneringen van bedrijventerreinen in het kader van de Interim-bedrijvenregeling. Wellicht dat ophoging van het budget nodig is, als gevolg van nieuwe subsidieaanvragen in de tweede helft van 2025.

Financieel overzicht programma Water en bodem

Terug naar navigatie - Programma 3 Water en bodem - Financieel overzicht programma Water en bodem
Bedragen x € 1.000
3. Water en Bodem
Begroting t/m wijz. 4
Wijziging 5
Begroting t/m wijz. 5
Lasten
51.881
3.103
54.984
Baten
16.170
4.424
20.595
Saldo baten en lasten
35.711 N
1.321 V
34.390 N