Inleiding Natuur

Terug naar navigatie - - Inleiding Natuur

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding Natuur - Inleiding

De organisatie van programma natuur is op orde en er wordt flink voortgang geboekt op alle fronten, variërend van onder meer realisatie van het natuurnetwerk, natuurdoelanalyses, maatregelen om de natuur op orde te brengen, realisatie van vergroende schoolpleinen, versnellingsprojecten om laatste puzzelstukjes natuur te kunnen verwerven en de aanzet tot overgangsgebiedenbeleid. Tegelijk zijn we in het kader van de Aanpak Landelijk Gebied in toenemende mate gebiedsgericht aan het werk met de opgaven van natuur, landbouw, stikstof en water. We maken integrale afwegingen en brengen de organisatie op orde om de uitvoeringskracht te versterken.

In hoofdstuk 6 van de voortgangsrapportage uitvoeringagenda natuur is voor een aantal indicatoren de meerjarenraming aangepast.

In deze Burap is voor de volgende indicator de streefwaarde opgenomen:
•    N2000 gebieden hersteld en versterkt. 

Gebiedsgerichte aanpak

Terug naar navigatie - Inleiding Natuur - Gebiedsgerichte aanpak

De uitvoering van het natuurbeleid wordt voor wat betreft de gebiedsgerichte maatregelen meer in samenhang met andere opgaven (water, bodem, stikstof, klimaat, landbouw) opgepakt in de gebiedsgerichte aanpak. In ruim 100 gebieden in Noord-Brabant wordt gewerkt aan de uitvoering van de groene en blauwe opgaven met perspectief voor (agrarisch) ondernemerschap. In en rondom twaalf stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden komen veel opgaven samen en is afgelopen jaar gewerkt aan gebiedsvisies en voorbereiding van de verdere uitvoering.  

Aanpak Landelijk Gebied

Terug naar navigatie - Inleiding Natuur - Aanpak Landelijk Gebied

Op 4 februari is de het plan van aanpak voor de Aanpak Landelijk Gebied (ALG) vastgesteld. Met de ALG legt de provincie de focus op het versterken van de uitvoeringskracht in het landelijke gebied. Samenwerking en zoeken naar synergie met gebiedspartners is daarbij cruciaal o.a. op het gebied van capaciteit, instrumenten en financiën. Voor wat betreft financiën zoeken we naar slimme combinaties met financieringen van het Rijk, de provincie, uit Europa en van partners. Zo ontstaan er meer mogelijkheden om de doelen te bereiken.

Op 1 juli heeft GS met een Statenmededeling informatie gegeven over de voortgang van de Aanpak Landelijk Gebied langs de twee sporen van de ALG. 
1)    Versterken van de uitvoeringskracht
•    De uitvoering van projecten in de 12 GGA-gebieden. Hiervoor is een uitvraag gedaan aan de gebieden om met projectvoorstellen te komen die bijdragen aan de natuur-, water-, klimaat- en landbouwdoelen. De projectvoorstellen worden op dit moment verder met de gebieden uitgewerkt.
•    Versnellingsdossiers: Provincie Noord-Brabant gaat voor vijf concrete water- en natuurprojecten over tot zwaarder instrumentarium om zo ontbrekende gronden te verwerven en natuurgebieden ‘af’ te maken.
2)    Het actualiseren en concretiseren van de opgaven. 
•    Geactualiseerd beeld van de gebiedsdoelen op basis van o.a. addendum op het Regionaal Water en Bodemprogramma (2025), de bijdrage die gebieden kunnen leveren aan de stikstofdoelen vanuit de Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof (2024) en stand van de Brabantse natuur en benodigde natuurherstelmaatregelen vanuit de Natuurdoelanalyses (2023). De geactualiseerde en geconcretiseerde opgaven zijn gedeeld met de gebieden en ook beschikbaar als bijlage bij de Statenmededeling M122-2024 Stand van het Brabantse Land.
•    Op 25 maart 2025 heeft PS de Statenmededeling start participatieproces overgangsgebieden ontvangen. Het participatieproces is in de afgelopen maanden gestart met de verkennende ronde binnen de uitgangspunten zoals gemeld in de Statenmededeling. Hiervoor hebben tot nu toe verschillende vooral ambtelijke bijeenkomsten plaatsgevonden met stakeholders (GGA-gebieden, belangenorganisaties en expertsessies met grondeigenaren). Bij de ontwikkeling van het programma Overgangsgebieden houden we rekening met de Rijksontwikkelingen in de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel.

Inleiding Milieu

Terug naar navigatie - - Inleiding Milieu

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding Milieu - Inleiding

We willen dat Brabant een fijne, veilige en gezonde provincie is om in te wonen en te ondernemen. Een schone lucht en bodem en geen hinder van onder meer geluid en geur zijn hiervoor basisvoorwaarden. In lijn met de Omgevingsvisie streven we daarom naar een continue verbetering van onze leefomgeving. Met de uitvoeringsagenda Schone Lucht Akkoord dragen we bij aan het landelijk doel om 50% gezondheidswinst te behalen. Met het actieplan Geluid 2024-2029 verminderen we het aantal mensen dat wordt gehinderd door het geluid van provinciale wegen. Daarnaast wordt ook Brabant in toenemende mate geconfronteerd met urgente sector- en thema-overstijgende vraagstukken, zoals de noodzaak van een transitie naar een duurzame samenleving.
We hebben op een aantal thema’s duidelijke resultaten geboekt. Zo maken we goede stappen binnen het Schone Lucht Akkoord (SLA), zijn er analyses uitgevoerd naar geurklachten en zijn er nieuwe geluidsproductieplafonds (GPP) vastgesteld. Een aantal activiteiten uit de Uitvoeringsagenda zijn wettelijk vastgestelde taken en deze voeren we naar behoren uit. Dit zijn bijvoorbeeld reguliere bodemsaneringen (zoals industriële verontreinigingen en sanering na drugsdumpingen), het zorgdragen voor de nazorg van stortplaatsen en wettelijke taken rondom de luchthavens waarvoor de provincie bevoegd gezag heeft. Voor Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) zijn we de eerste provincie die vermijdings- en reductieplannen hebben opgevraagd bij afvalbedrijven.

Inleiding Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)

Terug naar navigatie - - Inleiding Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) - Inleiding

De VTH Opdracht wordt op reguliere wijze uitgevoerd door de omgevingsdiensten. Rondom stikstof wordt zoveel mogelijk gedaan om adequaat in te spelen op de actualiteiten. Het opnieuw vergunningplichtig worden van intern salderen per 18 december 2024 heeft grote gevolgen voor de uitvoering van de VTH. De ontwikkelingen op gebied van stikstof zorgen voor veel dynamiek voor VTH, het programma Stikstof en de samenwerking met de omgevingsdiensten. 

Pijler Robuuste Natuur

Terug naar navigatie - - Pijler Robuuste Natuur

Pijler Robuuste Natuur

Terug naar navigatie - Pijler Robuuste Natuur - Pijler Robuuste Natuur

De Brabantse natuur is adequaat beschermd tegen ongewenste ruimtelijke ingrepen. Ze is vitaal en van voldoende omvang om bestand te zijn tegen schommelende omgevingsinvloeden zoals weersextremen. De Brabantse natuurgebieden vormen een onderling aangesloten netwerk waardoor uitwisseling kan plaatsvinden. 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Pijler Robuuste Natuur - Wat willen we bereiken?

Natuurnetwerk ingericht, verbonden en beheerd

Terug naar navigatie - Pijler Robuuste Natuur - Wat willen we bereiken? - Natuurnetwerk ingericht, verbonden en beheerd

Indicator:

  • In 2030 is het Natuurnetwerk ingericht, verbonden en beheerd 
Oranje

In 2030 zullen naar verwachting nog niet alle gronden beschikbaar zijn. Partners geven aan dat het beschikbaar krijgen van NNN-gronden op vrijwillige basis niet overal lukt. GS hebben op 1 april 2025 besloten het instrumentarium volledige schadeloosstelling met als sluitstuk onteigening in te zetten in de gebieden Helvoirts Broek, Westelijke Langstraat, De Brand Oost/Hengstven, Groote Beerze fase en Noordrand Midden. Voor die percelen die noodzakelijk zijn voor de goede staat van instandhouding van N2000 en de KRW. Daarnaast zetten we het instrument pachtafkoop in. Bovendien merken we dat agrariërs nog steeds wachten op duidelijkheid en mogelijkheden in het kader van het nieuwe rijksbeleid. 

N2000-gebieden hersteld en versterkt

Terug naar navigatie - Pijler Robuuste Natuur - Wat willen we bereiken? - N2000-gebieden hersteld en versterkt

Indicator:

  • De kwaliteit en kwantiteit van de habitattypen en soorten uit de VHR mogen nooit achteruit gaan.  
  • In 2030 zijn in de N2000-gebieden de VHR-habitattypen en soorten verbeterd in oppervlakte en/of kwaliteit t.o.v. 2023 daar waar nodig volgens aanwijzingsbesluit. 
Oranje

Uit de natuurdoelanalyses (NDA’s) blijkt dat het huidige maatregelenpakket (stikstofreductie en natuurherstel (o.a. hydrologische maatregelen)) niet voldoende is om voor alle habitats/soorten de instandhoudingsdoelen te behalen. Het behalen van de instandhoudingsdoelen is voor deze habitats/soorten momenteel buiten bereik. Er moeten aanvullende maatregelen worden genomen om de stikstofdepositie verder te reduceren en de natuur verder te versterken. In december 2024 heeft GS daarom aanvullende maatregelen ten behoeve van stikstofreductie vastgesteld met de BOS 2.0. De pakketten van maatregelen en onderzoeken NDA’s ten behoeve van natuurherstel/hydrologie zijn op 11 februari 2025 vastgesteld.

Bossen aangelegd en gerevitaliseerd

Terug naar navigatie - Pijler Robuuste Natuur - Wat willen we bereiken? - Bossen aangelegd en gerevitaliseerd

Indicator:

  • In 2030 is in Brabant 13.000 ha nieuw bos aangelegd t.o.v. 2020. 
  • In 2030 is ca. 20.000 ha bos op de zandgronden omgevormd naar vitaal bos (revitalisering van bestaande bossen) t.o.v. 2020. 
Oranje

De ambitie voor nieuwe en gezonde bossen is fors. Onderdeel van de ambitie is om de benodigde middelen te vinden door o.a. medeondertekenaars van het klimaatakkoord op hun medeverantwoordelijkheid aan te spreken, actief te zoeken naar nationale middelen en Europese fondsen en door de ambitie mee te koppelen met andere opgaven zoals woningbouw, energietransitie en circulaire economie. Met het toekennen van extra middelen via de Perspectiefnota 2025 en er zijn Rijksmiddelen toegekend voor bosrevitalisering in het kader van de koplopersprojecten No-regret en voor boscompensatie in het kader van de 2e fase Landelijk Programma Natuur. De beschikbare middelen voor bosuitbreiding en bosrevitalisering zijn vooralsnog onvoldoende om gestelde doelen te kunnen bereiken.

Biodiversiteit beschermd

Terug naar navigatie - Pijler Robuuste Natuur - Wat willen we bereiken? - Biodiversiteit beschermd

Indicator:

  • In 2030 is de stand van de populaties kwetsbare en bedreigde planten en dieren minimaal behouden t.o.v. 2022.
Oranje

De biodiversiteit staat onder druk ook buiten de N2000-gebieden. Maatregelen zijn erop gericht om kwetsbare soorten te behouden, maar het resultaat daarvan is met name mede afhankelijk van de mate waarin de transities naar een duurzame landbouw en energievoorziening en naar een natuurinclusieve samenleving effect sorteren. 

Basisvoorwaarden op orde: lucht-, water- en bodemkwaliteit

Terug naar navigatie - Pijler Robuuste Natuur - Wat willen we bereiken? - Basisvoorwaarden op orde: lucht-, water- en bodemkwaliteit

Indicator:

  • In 2030 is de emissie en depositie van stikstof in Noord-Brabant afgenomen tot een niveau zoals in het kader van de Wet stikstofreductie en natuurverbetering is overeengekomen.   
Oranje

Op 1 oktober 2024 heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu de nieuwe stikstofdepositiecijfers voor Natura 2000-gebieden gepubliceerd. Het betrof een actualisatie van landelijke gegevens van monitoringsjaar 2021 naar monitoringsjaar 2022. Afgelopen najaar kwam geen nieuwe prognose voor Natura 2000-gebieden voor 2030 beschikbaar. De volgende prognose wordt in het najaar van 2025 verwacht. Via de Memo gedeputeerde Actualisatie stikstofcijfers bent u over de actualisatie van de landelijke monitoringscijfers geïnformeerd. 

Op basis van de nieuwe stikstofcijfers is het percentage stikstofgevoelige habitats in de 17 Natura 2000-gebieden met een depositie onder de Kritische depositiewaarde gestegen van ongeveer 9% in 2021 naar ongeveer 10% in 2022. Dit betekent dat in 2022 voor ruim 1.200 hectare de stikstofdepositie onder de Kritische depositiewaarde lag, terwijl dit voor ruim 11.000 hectare niet het geval was. De prognose voor 2030 blijft ongewijzigd, met een verwachting dat ongeveer 14% van het stikstofgevoelige oppervlakte onder de Kritische depositiewaarde zal komen, waardoor ongeveer 86% overbelast blijft. Wij verwachten de volgende actualisatie van de landelijke monitoringsgegevens van het RIVM in het najaar van 2025 te kunnen delen. 

Pijler Brabant Natuurinclusief

Terug naar navigatie - - Pijler Brabant Natuurinclusief
Natuur levert een bijdrage aan de welvaart en het welzijn van Brabant en de Brabanders. Andersom is natuur als vanzelfsprekend onderdeel van andere maatschappelijke, ruimtelijke en economische opgaven en verweven in alle maatschappelijke sectoren.
;

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Pijler Brabant Natuurinclusief - Wat willen we bereiken?

Natuur meewegen bij ruimtelijke en economische ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Pijler Brabant Natuurinclusief - Wat willen we bereiken? - Natuur meewegen bij ruimtelijke en economische ontwikkelingen

Indicator:

  • In 2030 is er een gedeelde basis voor een 'Natuurinclusief Brabant' en zijn de 8 domeinen van natuurinclusieve samenleving uitgewerkt in specifieke plannen voor Brabant. 
  • In 2030 is er een positieve trend voor biodiversiteit in het stedelijk gebied 
Groen

We werken aan de bewustwording en inbedding van natuurinclusief werken binnen andere beleidsprogramma's en in samenwerking met externe partners. Dat doen we door middel van het opstellen van een Agenda Natuurinclusief Brabant als leidraad en door gemeenten te stimuleren te werken met soortenmanagementplannen ten behoeve van natuurinclusief ontwikkelen, bouwen en beheren.

Behoud, herstel en ontwikkeling van landschappen

Terug naar navigatie - Pijler Brabant Natuurinclusief - Wat willen we bereiken? - Behoud, herstel en ontwikkeling van landschappen

Indicator:

  • In 2050 bestaat minimaal 10% van het landelijk gebied uit groenblauwe dooradering. 
Groen

In samenwerking met gemeenten, waterschappen, agrarische collectieven en het coördinatiepunt landschapsbeheer stimuleren we particuliere initiatiefnemers in het buitengebied om landschapselementen te herstellen of aan te leggen, en ondersteunen waar mogelijk het beheer daarvan.In samenwerking met gemeenten, waterschappen, agrarische collectieven en het coördinatiepunt landschapsbeheer stimuleren we particuliere initiatiefnemers in het buitengebied om landschapselementen te herstellen of aan te leggen, en ondersteunen waar mogelijk het beheer daarvan.

Pijler Natuur voor en door Brabanders

Terug naar navigatie - - Pijler Natuur voor en door Brabanders
Brabanders voelen zich verbonden met de natuur in natuurgebieden, in de stad, het dorp en het agrarisch gebied.
;

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Pijler Natuur voor en door Brabanders - Wat willen we bereiken?

Meer groen in de directe omgeving

Terug naar navigatie - Pijler Natuur voor en door Brabanders - Wat willen we bereiken? - Meer groen in de directe omgeving

Indicator:

  • In 2030 is het aantal vierkante meters groen per gemeente in de bebouwde kom (met 5%) toegenomen ten opzichte van 2023. 
Groen

Het realiseren van meer groen in de directe omgeving doen we nadrukkelijk in samenwerking met anderen en daarom stimuleren we dat meer Brabanders én organisaties hieraan bijdragen.

Versterken van de beweging van vergroening

Terug naar navigatie - Pijler Natuur voor en door Brabanders - Wat willen we bereiken? - Versterken van de beweging van vergroening

Indicator:

  • Behoud van het aantal actieve ‘groene’ vrijwilligers 
Groen

Groene vrijwilligers leveren een belangrijke bijdrage aan het beheer, behoud en de beleving van natuur en landschap. De gezamenlijke inzet van de groene vrijwilligers is een belangrijke maat voor de betrokkenheid van de Brabanders bij de natuur en vertegenwoordigt een enorme inbreng aan expertise, kennis en tijd. 

Milieu

Terug naar navigatie - - Milieu

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Milieu - Wat willen we bereiken?

Geluid: Nieuwe geluidshindersituaties voorkomen en hinder van bestaande overlastsituaties terugdringen.

Terug naar navigatie - Milieu - Wat willen we bereiken? - Geluid: Nieuwe geluidshindersituaties voorkomen en hinder van bestaande overlastsituaties terugdringen.

Indicator: 
•    Afname van het percentage Brabanders die ernstige hinder ondervinden door geluid.

Groen

In 2024 geeft 17% (2020 was 25%) van de Brabanders aan ernstige hinder te ondervinden van m.n. scooters/brommers, verkeer en buren. 

Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS): Brabantse burger wordt in 2030 minder blootgesteld aan ZZS en potentieel ZZS (pZZS) dan in 2023

Terug naar navigatie - Milieu - Wat willen we bereiken? - Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS): Brabantse burger wordt in 2030 minder blootgesteld aan ZZS en potentieel ZZS (pZZS) dan in 2023

Indicator: 

  • emissie ZZS: Top 3 van ZZS die het meest voorkomen bij bedrijven die onder provinciaal gezag vallen, namelijk; Lood, Nikkel en Cadmium, daalt.
Oranje

De emissie naar riool is in het algemeen afgenomen sinds 2000. De emissie naar lucht wisselt sterk over de jaren heen. 
Bedrijven zijn sinds 1 januari 2025 verplicht gegevens over ZZS-emissies zelf in een nieuwe nationale database te zetten. Deze database wordt momenteel aangevuld met historische data en naar verwachting in 2026 openbaar gemaakt. 

Luchtkwaliteit: 50% gezondheidswinst uit Brabantse bronnen ten opzichte van 2016

Terug naar navigatie - Milieu - Wat willen we bereiken? - Luchtkwaliteit: 50% gezondheidswinst uit Brabantse bronnen ten opzichte van 2016

Indicator: 

  • WHO-advieswaarde PM10 van 15 µg/m3 en NO2 van 10 µg/m3 in 2030 in Brabant 
  • WHO-advieswaarde PM2,5 van 5 µg/m3 in 2040 in Brabant 
    (Monitor RIVM: Luchtkwaliteit: [GIK] Dashboard Gezondheid 2024)
Oranje

Voor 2030 berekent het RIVM wat op basis van het effect van het vastgestelde beleid de concentraties worden (prognose). Volgens het scenario met de aanvullende maatregelen waaronder de SLA-maatregelen (VES) is in 2030 de gemiddelde blootstelling (in ug/m3) voor NO2 10,3 en voor PM2,5 7,5 (RIVM, 2024). PM10 is niet berekend.

Geur: Voor bedrijven onder provinciaal bevoegd gezag wordt voldaan aan de grenswaarden, zoals opgenomen in de beleidsregel industriële geur

Terug naar navigatie - Milieu - Wat willen we bereiken? - Geur: Voor bedrijven onder provinciaal bevoegd gezag wordt voldaan aan de grenswaarden, zoals opgenomen in de beleidsregel industriële geur

Geur: Voor bedrijven onder provinciaal bevoegd gezag wordt voldaan aan de grenswaarden, zoals opgenomen in de beleidsregel industriële geur. Voor geur veehouderij geldt dat de cumulatieve geurhinder of achtergrondbelasting op geurgevoelige objecten in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger dan 20%.

Indicator: 

  • aantal bestaande overlast situaties geur neemt af of blijft gelijk (van bedrijven onder provinciaal bevoegd gezag)
Groen

Voor industrie neemt het aantal klachten af (zie hieronder).
Voor veehouderij laat de trend een afname zien.

Vergunning verlening, Toezicht en Handhaving (VTH)

Terug naar navigatie - - Vergunning verlening, Toezicht en Handhaving (VTH)

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Vergunning verlening, Toezicht en Handhaving (VTH) - Wat willen we bereiken?

Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) leveren een bijdrage aan een gezonde fysieke leefomgeving en daarmee een bijdrage aan een goed werk- en leefklimaat.

Terug naar navigatie - Vergunning verlening, Toezicht en Handhaving (VTH) - Wat willen we bereiken? - Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) leveren een bijdrage aan een gezonde fysieke leefomgeving en daarmee een bijdrage aan een goed werk- en leefklimaat.

Indicator:

  • De kwaliteit van de uitvoering van VTH voldoet aan de kaders van landelijke wetgeving; 
    Bij het opstellen van de provinciale beleidskaders en uitvoeringsagenda’s voor o.a. Natuur, Water, Milieu, Energie, Landbouw en Voedsel, Wonen, Werken en Leefomgeving en Economie wordt bewust bezien of en hoe beschikbare VTH-instrumenten ingezet kunnen worden om een bijdrage te leveren aan het bereiken van een beleidsdoel.   

Groen

Er wordt ingezet om de onderdelen uit de beleidskaders en uitvoeringsagenda’s zo goed mogelijk door te vertalen naar VTH en het betrekken van de VTH-uitvoering  bij de beleidsontwikkeling. 

We merken dat de uitvoering soms in de knel komt door het ontbreken van (landelijke en provinciale) beleidskeuzes. Dit soort complexe uitvoeringsvraagstukken werken we samen met de beleidsprogramma nader uit.

Ontwikkelingen en onzekerheden programma Natuur en milieu

Terug naar navigatie - - Ontwikkelingen en onzekerheden programma Natuur en milieu

Ontwikkelingen en onzekerheden m.b.t. Natuur

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en onzekerheden programma Natuur en milieu - Ontwikkelingen en onzekerheden m.b.t. Natuur
  • Rijksacties rond natuurvriendelijk isoleren werken zeer verstorend en vertragend op de door provincie ingezette koers om te komen tot Soortenmanagementplannen waardoor de raming voor het opstellen van de plannen mogelijk niet gehaald wordt.
  • Voor verschillende specifieke uitkeringen is het nog onzeker op welk niveau de realisatie voor dit jaar uit zal komen. Dit gaat bijvoorbeeld over de projectvoorstellen van de aanpak landelijk gebied (ALG), die de komende maanden verder uitgewerkt worden met de partners. Hiervoor worden later dit jaar middelen vanuit de specifieke uitkering (SPUK) Landelijk Programma Natuur fase 2 en de SPUK no regret maatregelen toegekend. Een exacte raming van de lasten voor 2025 is op dit moment lastig te maken ook omdat nog niet duidelijk is of de middelen via een subsidie of een andere wijze beschikbaar worden gesteld.
  • Voor meerdere subsidieregelingen is het lastig om de uitgaven precies te ramen. Vanuit verschillende regelingen worden vrijwel alleen grote subsidies verstrekt, waardoor het verlenen van een subsidie in het huidige of het volgende jaar groot verschil kan maken voor de realisatie in een bepaald jaar. Andere regelingen ontvangen soms laat in het jaar grote aantallen aanvragen waardoor onzeker is of alle subsidieaanvragen nog dit jaar beschikt kunnen worden. Deze onzekerheden spelen bijvoorbeeld bij de subsidieregeling natuur, onderdeel instandhouding N2000 of de Stimuleringsregeling Landschap. 
  • De kosten voor natuurbeheer via de subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL) lopen op de komende jaren. Op landelijk niveau worden de standaardkostprijzen voor SNL-beheer geëvalueerd en die hun doorwerking gaan krijgen per 2026 en wat mogelijk ook tot (forse) kostenstijgingen leidt. Voor de verhoging van het subsidiepercentage voor SNL-beheer van 75% naar 84% worden we gecompenseerd door het Rijk tot en met 2030 (vanuit de middelen voor het Landelijk Programma Natuur). Deze middelen zijn echter niet structureel. Voor de tariefstijging worden we vooralsnog niet gecompenseerd door het Rijk.

Ontwikkelingen en onzekerheden m.b.t. Milieu

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en onzekerheden programma Natuur en milieu - Ontwikkelingen en onzekerheden m.b.t. Milieu
  • Uitkomst van ruimtelijke claim/uitbreiding van defensie op ruimtebeslag en gevolgen voor milieu aspecten (m.n. geluid, regionale luchtvaart).
  • De doelstelling van ‘externe veiligheid’ om het veiligheidsniveau van 2023 voor de toekomst te handhaven staat onder druk. Dit komt door een discussie op landelijk niveau (ministerie van I&W) over het al dan niet handhaven van de risicoplafonds.
  • De Europese Unie heeft strengere regels voor luchtvervuiling vastgesteld
    Deze dragen bij aan gezondere lucht. Als gevolg moeten provincies en gemeenten vanaf 2030 eerder ingrijpen als de luchtvervuiling te groot wordt.
  • Door de juridische complexiteit rondom het thema voorzorgsbeginsel en zorgplicht staat de ambitie voor het scherper vergunnen bij diverse milieuthema’s zoals ZZS, PFAS, geur en luchtkwaliteit onder druk.
  • De mate van doelbereik voor Milieu is niet alleen sterk afhankelijk van Europees en nationaal beleid, maar ook van de afwegingen en prioriteiten binnen andere beleidsvelden van lagere overheden zoals de provincie zelf of gemeenten. Het is het dan ook noodzakelijk dat milieuaspecten in de besluitvorming worden meegenomen en in de afwegingen die gemaakt worden.

Ontwikkelingen en onzekerheden m.b.t. Vergunningverlening, toezicht en handhaving:

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en onzekerheden programma Natuur en milieu - Ontwikkelingen en onzekerheden m.b.t. Vergunningverlening, toezicht en handhaving:
  • De verwachting is dat de mogelijkheden tot vergunningverlening voor Natura2000-activiteiten de komende periode nog beperkt blijven en aan vele ontwikkelingen onderhevig zullen zijn. Zo wordt landelijk gewerkt aan nieuwe wet- en regelgeving ten aanzien van stikstof via de ministeriële commissie Economie en Natuurherstel. Er zijn twijfels over de houdbaarheid van een nieuwe rekenkundige ondergrens, die mogelijk ingevoerd gaat worden. Het risico daarbij is dat de ruimte om vergunningen te verlenen weer kan wijzigen na de eerste rechtelijke toets. Ook de Raad van State heeft gewezen op dit risico. Een aanvullend risico is dat bij een onvoldoende landelijk pakket met maatregelen, extra handhavings- of intrekkingsverzoeken worden ingediend. Dit zou kunnen leiden tot gedwongen handhaving op bijvoorbeeld de PAS-melder of het moeten intrekken van vigerende vergunningen.
  • Het beleidskader Milieu met bijbehorende uitvoeringsagenda 2024-2027 is vastgesteld. Hierin zijn  de ambities voor Omgevingsveiligheid opgenomen, aanvullend op de wettelijke taken.
  • Het project vergunningen bij Indirecte lozingen heeft vertraging opgelopen. Dit heeft te maken met de complexiteit en de beperkte beschikbare capaciteit met kennis van beoordelingsmethodieken. Uit de pilot komt naar voren dat het veel uitzoekwerk in industriële bedrijfsprocessen en stoffen, chemie en afvalwatertechnologie vergt. Beoogde afronding Pilot (Fase 1) eind 2025 blijft vooralsnog staan.
  • Het werken onder de Omgevingswet wordt binnen de provincie Noord-Brabant nader vormgegeven. De Omgevingswet vraagt aan overheden cyclisch te werken en daarvoor de instrumenten in te richten en te benutten zoals de wet deze beschikbaar stelt. Voor een goede doorvertaling van verzoektaken vanuit ontwikkelprogramma's naar de programmering en inzet van VTH is het nodig om beleidsdoelen, beleidsresultaten en acties met concreetheid te formuleren: VTH is het sluitstuk van cyclisch werken.

Financieel overzicht programma Natuur en milieu

Terug naar navigatie - - Financieel overzicht programma Natuur en milieu
Bedragen x € 1.000
4. Natuur en milieu
Begroting t/m wijz. 4
Wijziging 5
Begroting t/m wijz. 5
Lasten
187.539
23.346
210.885
Baten
48.960
6.813
55.773
Saldo baten en lasten
138.579 N
16.532 N
155.111 N

Natuur

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Natuur

Gebiedsgerichte aanpak

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Gebiedsgerichte aanpak

Aanpak Landelijk Gebied

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Aanpak Landelijk Gebied

Milieu

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Milieu

Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)

Terug naar navigatie - Programma 4 Natuur en milieu - Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)