Inleiding

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Inleiding

Om een eerste beeld over het toekomstige energiesysteem op te stellen is eind 2024 de bouwstenennotitie Energieperspectief 2050 opgeleverd, waarna de startnotitie in maart oordeelsvormend besproken is. Dit jaar wordt het Energieperspectief 2050 voorbereid, zodat vaststelling in 2026 volgt. Tevens is de Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur  Energie en Klimaat (PMIEK 2.0) opgeleverd. Beide producten spelen een belangrijke randvoorwaardelijke rol bij de voortgang van de energietransitie. De energietransitie kan alleen slagen, wanneer de beschikbaarheid van energie (in verschillende vormen) geborgd is.
Op dit moment speelt de schaarste op het energienet een steeds grotere belemmerende rol bij de voortgang van de energietransitie. Het oplossen van deze transportcapaciteit heeft dan ook onze volle aandacht. Hierbij ligt niet alleen de focus op het verder uitbreiden en versterken van het elektriciteitsnet, maar ook op het slimmer gebruiken van het bestaande net. Zoveel als mogelijk moet voorkomen worden dat maatschappelijke en economische ontwikkelingen belemmerd worden door een gebrek aan transportcapaciteit. 

Hetzelfde gebrek aan transportcapaciteit belemmert en vertraagt deels ook de realisatie van grootschalige opwekprojecten. De afspraken uit de Regionale Energie Strategieën 1.0 (RES), te weten 6,6 Terawattuur (TWh) aan opwek van hernieuwbare energie in Brabant, liggen daardoor achter op schema. Of de gewenste hernieuwbare opwek in 2030 gerealiseerd kan worden is onderwerp van gesprek met de RES regio’s. Wanneer dit streefdatum niet kan worden gehaald, zetten alle partijen zich in om de afspraken later alsnog te behalen. 

De regio Moerdijk speelt nu en in de toekomst een sleutelrol in de (inter)nationale en regionale energieopgave. In de regio Moerdijk komen veel grote energie-infrastructurele projecten samen. Vanwege de grote ruimtevraag in het gebied is de Ontwerptafel Powerport regio Moerdijk opgericht. 
De warmtedialogen zijn afgerond en de resultaten zijn in het najaar van 2024 met uw Staten gedeeld. De verkenning naar een regionaal warmtebedrijf is in 2025 voortgezet, waarbij de focus ligt op de financiële en juridische haalbaarheid.

Verder is de uitvoeringsagenda Energie, na vaststelling eind 2024, voortvarend opgepakt, zoals:
•    Sterkere regie op netcongestie door meer duidelijkheid te creëren en inzetten op steviger samenwerken (zie Statenmededeling);
•    Goede bezochte Werkplaats ‘Energie Brabant’: met kennissessies (webinars) voor energieprofessionals in Brabant spelen we in op een duidelijke behoefte uit het veld om meer inzicht in de energietransitie en alle uitdagingen die daarbij komen kijken op te doen.
•    De Bijdrageregeling versterking biodiversiteit en versnelling energiebesparing is opengesteld. Dankzij deze steun helpen we gemeenten en hun inwoners aan een lagere energierekening én creëren ze meer ruimte voor mens en dier, zoals vleermuizen en vogels. De bijdrage uit paragraaf 3 (van €6.500.000) is specifiek bedoeld voor het versnellen van energiebesparing door isolatie;
•    Naast de ontzorgingsloketten voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed is het ontzorgingsloket voor het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) geopend en is de tranche van Klein Maatschappelijk Vastgoed 1 afgerond.
•    We laten een plan-MER uitvoeren om in beeld te krijgen welke mogelijkheden er in De Pielis (gemeente Bergeijk) zijn voor de opwek van hernieuwbare energie.
•    De subsidieregeling naderingsdetectiesysteem voor windturbines is dit jaar nogmaals opengesteld. Met dit detectiesysteem gaat de obstakelverlichting alleen aan bij nadering van vliegtuigen. Hiermee kan hinder voor omwonenden (deels) voorkomen worden.
•    Voor twee ondergrondse kabeltracés pakken we de rol van bevoegd gezag op met als doel  het voorkomen van vertraging en waar mogelijk versnelling van de uitvoering;
•    Subsidieregeling voor haalbaarheidsstudies energyhubs is opengesteld om het gebruik van het elektriciteitsnet te optimaliseren;
•    Op dit moment wordt door provincie, RWE en inwoners van Dinteloord invulling gegeven aan de afspraken Sociale Randvoorwaarden bij windpark Karolinapolder (afronding 2026).
•    In samenwerking met Enexis en Vattenfall schaalt de provincie het netbewust laden op zodat de laadinfrastructuur voor personenauto’s piekvragen op het net vermindert, zonder dat dit de mobiliteit van de elektrische rijder beperkt.

Bij opstellen van de uitvoeringsagenda Energie hebben we de beoogde resultaten voor de eerste twee jaar uitgewerkt en hebben we een inschatting gemaakt van de bijdrage aan onze hoofddoelen. Hiermee behouden we focus. We wegen jaarlijks af welke activiteiten het beste aansluiten op de behoefte van de samenleving en ontwikkelingen die zich voordoen op verschillende schaalniveaus, zodat we de beschikbare capaciteit effectief inzetten. Ook bij nieuwe ontwikkelingen/initiatieven gedurende de uitvoeringsperiode die van invloed zijn op onze opgaven, dient telkens een afweging gemaakt te worden of de provincie hieraan meewerkt of niet. Met de voortgangsrapportage Energie vullen we ook de beoogde resultaten voor 2026 en 2027 in, welke in deze burap verwerkt zijn.

De meest recente beschikbare informatie over de indicatoren Energie en aanvullende, inhoudelijke data is te vinden in de Monitor Energieagenda 2019-2030.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Wat willen we bereiken?

In 2030 realiseren we 55% minder CO2-uitstoot in Brabant ten opzichte van 1990. We streven ernaar om in 2050 klimaatneutraal te zijn

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Wat willen we bereiken? - In 2030 realiseren we 55% minder CO2-uitstoot in Brabant ten opzichte van 1990. We streven ernaar om in 2050 klimaatneutraal te zijn

Indicator:  

  • De uitstoot van energie gerelateerde CO2 in Brabant (Verplichte indicator uit BBV).
Groen

In 2030 dient de helft van de energie (elektriciteit, warmte en brandstoffen) die in Brabant gebruikt wordt, opgewekt te zijn uit hernieuwbare bronnen, voornamelijk uit Brabant

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Wat willen we bereiken? - In 2030 dient de helft van de energie (elektriciteit, warmte en brandstoffen) die in Brabant gebruikt wordt, opgewekt te zijn uit hernieuwbare bronnen, voornamelijk uit Brabant

Indicatoren:

  • De ontwikkeling van het totale energieverbruik in Brabant.
    De ontwikkeling van de opwek van hernieuwbare energie in Brabant. 
    (Verplichte indicator uit BBV)
  • Totaal gevraagde vermogen voor afname op de wachtlijst bij Enexis 
  • Totaal gevraagde vermogen voor teruglevering op de wachtlijst bij Enexis 
  • Gemiddelde energiequota - Huishoudens waarbij de energierekening als aandeel van het inkomen (te) hoog is
Oranje

De ontwikkeling van het totale energieverbruik in Brabant.
In 2022 is her totale energie verbruik in Noord-Brabant 239.6 PJ. In 2019 was het energieverbruik 277,4 PJ, er is dus een dalende trend.

De ontwikkeling van de opwek van hernieuwbare energie in Brabant.
Uit door Planbureau voor de Leefomgeving geverifieerde gegevens blijkt dat de Brabantse RES regio's per 1 januari 2024 ruim de helft van de opwekdoelstelling (6,6 TWh in 2030) hebben gerealiseerd. Regio’s (met uitzondering van West Brabant) geven aan er rekening mee te houden dat realisatie van de doelstelling per 1 januari 2030 niet meer haalbaar is. Dat heeft nadrukkelijk te maken met zaken als netcongestie, mogelijke beperkingen die vanuit Defensie aan het ruimtegebruik worden opgelegd en een aanscherping van de zonneladder. Gedetailleerde informatie is te vinden in de Monitor energieagenda 2019-2030. Ook is er begin september naar aanleiding van de voortgangsrapportages van de RES’en een Statenmededeling toegezonden aan PS.

Totaal gevraagde vermogen voor afname op de wachtlijst bij Enexis
Aanvragen voor aansluiting op het elektriciteitsnet worden op een wachtlijst geplaatst. In juli 2025 kent de wachtlijst voor afname een omvang van 1589 MW (juli 2024 was 1344 MW) Bron: Enexis, Capaciteitskaart elektriciteitsnet. De toename laat zowel zien dat de uitbreidingen van het elektriciteitsnet de toegenomen capaciteitsvraag (nog) niet kunnen bijbenen, maar ook dat de behoefte aan elektriciteit als toekomstbestendige energiebron (als alternatief voor fossiele energiebronnen) blijft toenemen.

Totaal gevraagde vermogen voor teruglevering op de wachtlijst bij Enexis
Knelpunten in het elektriciteitsnetwerk zorgen voor een wachtlijst voor een aansluiting voor de terug levering (opwek) van elektriciteit. In juli 2025 kent de wachtlijst voor invoeding een omvang van 898 MW (juli 2024 was 812 MW) Bron: Enexis Capaciteitskaart elektriciteitsnet. De toename laat zowel zien dat de uitbreidingen van het elektriciteitsnet de toegenomen capaciteitsvraag (nog) niet kunnen bijbenen, maar ook dat de behoefte om decentraal opgewekte elektriciteit aan het net te leveren blijft groeien.

Gemiddelde energiequota - Huishoudens waarbij de energierekening als aandeel van het inkomen (te) hoog is
Gemiddelde energiequota geeft het percentage huishoudens weer dat teveel betaald voor energie (meer dan 10% van het inkomen). Dit kan komen door een laag inkomen, een woning die slecht te verwarmen is, hoge energiekosten of een combinatie hiervan. In Brabant is dit in 2020 in 4,2% van de huishoudens het geval, in 2022 is dat 3,2%. Uit onderzoek van TNO blijkt dat de energiearmoede in Nederland in 2023 en 2024 is gestegen door hogere energieprijzen en het stoppen van steunmaatregelen. De verwachting is dat ook in Noord-Brabant deze stijging zich heeft voorgedaan. Via isolatie zetten wij ons in om het gebruik van energie te beperken. 

Ontwikkelingen en onzekerheden

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Ontwikkelingen en onzekerheden

•    Netcongestie
Vele ontwikkelingen in Noord-Brabant  zijn afhankelijk van het tijdstip waarop huidige knelpunten op het elektriciteitsnetwerk binnen Brabant zijn opgelost. Dit geldt zowel voor het lokale/regionale net van Enexis als het nationale net van TenneT. De provincie is hierover intensief in contact is met de netbeheerders, medeoverheden, het Brabantse bedrijfsleven en belangenorganisaties.
•    Ontwikkelingen uitvoering klimaatakkoord
Hier zijn we mede afhankelijk van de vorming van een nieuw kabinet en de beleidsmatige inzet op energietransitie / klimaataanpak.
•    Rijksmiddelen personele capaciteit
Voor de uitvoering van het Klimaat en Energieakkoord zijn door het Rijk middelen beschikbaar gesteld tot 2026. Na een lange tijd van onzekerheid is in juli een brief ontvangen van het ministerie van KGG waarin financiering, zij het afgeschaald, tot 2031 toegezegd is, Verdeling over de provincies volgt bij miljoenennota 2025.
•    Wet Collectieve Warmte
De Wet collectieve warmte (Wcw) is een belangrijke randvoorwaarde om te kunnen komen tot een regionaal warmtebedrijf. De Wcw is op 3 juli 2025 door de Tweede Kamer aangenomen. De wet is nu in behandeling bij de Eerste Kamer. 
•    Soortenmanagementplannen
Rijksacties rond natuurvriendelijk isoleren werken zeer verstorend en vertragend op de door provincie ingezette koers om te komen tot Soortenmanagementplannen waardoor de raming voor het opstellen van de plannen (zie indicator Aantal soortenmanagementplannen in Programma 4 Natuur en milieu) mogelijk niet gehaald wordt.
•    Realisatie (uitgaven) 2025
Voor verschillende subsidieregelingen en specifieke uitkeringen (SPUK) houden we nauwlettend in de gaten waar de realisatie precies op uitkomt en waar nodig bijgestuurd moet worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de bijdrageregeling voor Versnelling energiebesparing door isolatie of voor de SPUK Regionale aanpak laadinfrastructuur.

Financieel overzicht programma Energie

Terug naar navigatie - Programma 6 Energie - Financieel overzicht programma Energie
Bedragen x € 1.000
6. Energie
Begroting t/m wijz. 4
Wijziging 5
Begroting t/m wijz. 5
Lasten
21.660
185
21.845
Baten
6.324
1.384
7.708
Saldo baten en lasten
15.336 N
1.199 V
14.137 N