Programma 4 Natuur en milieu

Algemene voortgang van het programma

Terug naar navigatie - Algemene voortgang van het programma

Natuur 
Het programma ligt grotendeels op koers. In de afgelopen tijd is voortvarend doorgewerkt aan de realisatie van het Natuurnetwerk Brabant en het herstel van de N2000-gebieden.

Een aantal indicatoren opgenomen in het Beleidskader Natuur moet in afwachting van landelijke ontwikkelingen nog verder uitgewerkt worden. Deze indicatoren staan hierdoor op pm. Voor twee indicatoren is de uitwerking in deze bestuursrapportage opgenomen:

  • Behouden stand van de populaties kwetsbare en bedreigde planten en dieren
  • Stoppen achteruitgang van kenmerkende soorten van het boerenland

Bij de realisatie van het natuurnetwerk is om versnelling te brengen de afgelopen 10 jaar gewerkt met de methode van bij begrenzen. Daardoor is het Natuurnetwerk Brabant in zijn omvang met 2.000 hectare gegroeid. Dit jaar worden de hectares die gekoppeld zijn aan de Natuurpact afspraken met het Rijk, (en die horen bij Natuurnetwerk Nederland, NNN), binnen het Natuurnetwerk Brabant apart zichtbaar gemaakt op de kaart. Genoemd de NNN-hectares binnen het NNB. Het NNB blijft in zijn geheel planologisch beschermd. De additioneel begrensde hectares zijn daarmee beschikbaar om aanvullende doelen te realiseren met andere middelen dan de Natuurpactmiddelen. Vanuit bijvoorbeeld Kaderrichtlijn Water (KRW) en Europese en landelijke ontwikkelingen.  

Groenblauwe gebiedsgerichte aanpak
De uitvoering van het natuurbeleid wordt voor wat betreft de gebiedsgerichte maatregelen meer in samenhang met andere opgaven (water, bodem, stikstof, klimaat, landbouw) opgepakt in de groenblauwe gebiedsgerichte aanpak. In ruim 100 gebieden in Noord-Brabant wordt gewerkt aan de uitvoering van de groene en blauwe opgaven. In en rondom veertien stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden komen veel opgaven samen. U bent recent via een Statenmededeling geïnformeerd over de voortgang van de groenblauwe gebiedsgerichte aanpak.

Brabants Programma Landelijk Gebied
In maart 2024 heeft provincie Noord-Brabant het voorontwerp BPLG (Brabants Programma Landelijk Gebied) vastgesteld. Hierin is richting gegeven aan hoe de doelen zoals gesteld in het NPLG (Nationaal Programma Landelijk Gebied) kunnen worden behaald in Brabant. Ook de input van het bestuursakkoord is hierin verwerkt. Daarnaast is in 2023 een aanvraag bij het Rijk gedaan voor een pakket no-regret maatregelen waar de provincie op korte termijn mee aan de slag wil. Deze aanvraag bestond uit maatregelen voor perspectief voor de landbouw en natuur-, en watermaatregelen, in totaal € 252 mln. Hiervan is € 231,2 mln. toegekend, plus middelen voor de uitvoering van BPLG. 
Het BPLG is een gecombineerde aanpak van natuur-, stikstof-, water- en klimaatdoelen én de transitie van de landbouw in Brabant. Een flink deel van het bestaande natuurbeleid is onderdeel van het BPLG, zoals Natura 2000 en het Natuurnetwerk. Aanvullend op het bestaande natuurbeleid is de opgave voor 30% natuurherstel volgens de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR), zoals beschreven in het NPLG. 

 

Milieu
Als provincie hebben we ambities en beleid geformuleerd in het Beleidskader Milieu. Dit beleidskader vormt ook voor de komende bestuursperiode ons kader. De afgelopen periode is op basis van de (verlengde) Uitvoeringsagenda Milieu 2023 gewerkt aan een schone, veilige en gezonde leefomgeving via tien milieuthema’s. De nieuwe uitvoeringsagenda 2024-2027 wordt in september vastgesteld. 
Voor het project Regionale samenwerking en gemeentelijke deelname Schone Lucht Akkoord is de derde fase gestart per 1 maart. Mede gestimuleerd door het SPUK SLA project van 2023/2024 zijn 3 gemeenten (Someren, Halderberge en Valkenswaard) formeel toegetreden. Dit maakt dat er nu 25 Brabantse gemeente deelnemen aan het SLA. Twaalf gemeenten zijn voornemens om zich aan te sluiten maar moeten dat nog formeel besluiten. 
We zijn bezig met een inventarisatie van mogelijke projecten om de luchtkwaliteitsverbeteringen te bevorderen op de industrieterreinen waar het programma Grote Oogst zich op richt.

Bij twee indicatoren liggen we niet op koers (oranje); dit betreft het beperken van geluidsoverlast en externe veiligheid. Zie toelichting bij deze indicatoren voor nadere duiding. 

 

Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)
Sinds 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Voor de omgevingsdiensten betekent dit dat zij naast de nog aanwezige werkvoorraad onder het oude recht, nu ook aanvragen in behandeling hebben onder de Omgevingswet. De aanvragen komen via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) binnen en zijn in behandeling. Omdat het DSO en de Omgevingswet nog nieuw zijn, zal blijvend worden gemonitord hoe het loopt en waar nodig worden bijgestuurd.  

In lijn met de Porthos uitspraak heeft GS eind 2023 besloten individuele projecten als vergunningsvrij in het kader van de Wet natuurbescherming te beoordelen, als het project een kleine, tijdelijke stikstofdepositie in de aanlegfase veroorzaakt, én geen extra stikstofdepositie in de gebruiksfase veroorzaakt, én is onderbouwd met een voldoende gedegen ecologische voortoets en hierbinnen rekening is gehouden met de specifieke lokale omstandigheden. Wij hebben dit actief gecommuniceerd. Een aantal projecten hadden hiermee geen vergunning nodig en hebben doorgang kunnen vinden. Ook wordt een Intrekkings- en aanschrijvingsbeleid ontwikkeld, als voorgenomen maatregel in de BOS 2.0.?Hiermee willen we zelf grip houden op de willekeurig door derden ingediende intrekkingsverzoeken. 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Natuurnetwerk Brabant ingericht, verbonden en beheerd

Terug naar navigatie - Natuurnetwerk Brabant ingericht, verbonden en beheerd

Indicator:

  • In 2030 is het Natuurnetwerk Brabant ingericht, verbonden en beheerd 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

In 2027 hebben we zicht op het beschikbaar hebben van de meeste gronden voor het Natuurnetwerk Brabant (NNB) via verwerving of functieverandering. In het NNB wordt gestaag voortgang geboekt maar het is nog onzeker of we de totale opgave NNB eind 2027 halen. Partners geven aan dat het beschikbaar krijgen van NNB-gronden op vrijwillige basis niet overal tot de gewenste resultaten zal leiden, zeker nu flexibel begrenzen niet meer mogelijk is. Bovendien merken we dat agrariërs wachten op duidelijkheid en mogelijkheden in het kader van het transitiefonds en het Nationaal en Brabants Programma Landelijk Gebied.

Wat gaan we daarvoor doen?

N2000-gebieden hersteld en versterkt

Terug naar navigatie - N2000-gebieden hersteld en versterkt

Indicator:

  • De kwaliteit en kwantiteit van de habitattypen en soorten uit de VHR mogen nooit achteruit gaan.  
  • In 2030 zijn in de N2000-gebieden de VHR-habitattypen en soorten verbeterd in oppervlakte en/of kwaliteit t.o.v. 2023 daar waar nodig volgens aanwijzingsbesluit. 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

Uit de natuurdoelanalyses blijkt dat het huidige maatregelenpakket (stikstofreductie en natuurherstel (o.a. hydrologische maatregelen)) niet voldoende is om voor alle habitats/soorten de instandhoudingsdoelen te behalen. Het behalen van de instandhoudingsdoelen is voor deze habitats/soorten momenteel buiten bereik. Er moeten aanvullende maatregelen worden genomen om de stikstofdepositie verder te reduceren en de natuur verder te versterken.

Wat gaan we daarvoor doen?

Bossen aangelegd en gerevitaliseerd

Terug naar navigatie - Bossen aangelegd en gerevitaliseerd

Indicator:

  • In 2030 is in Brabant 13.000 ha nieuw bos aangelegd t.o.v. 2020. 
  • In 2030 is ca. 20.000 ha bos op de zandgronden omgevormd naar vitaal bos (revitalisering van bestaande bossen) t.o.v. 2020. 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

De ambitie voor nieuwe en gezonde bossen is fors. Onderdeel van de ambitie is om de benodigde middelen te vinden door o.a. medeondertekenaars van het klimaatakkoord op hun medeverantwoordelijkheid aan te spreken, actief te zoeken naar nationale middelen en Europese fondsen en door de ambitie mee te koppelen met andere opgaven zoals woningbouw, energietransitie en circulaire economie. Met het toekennen van extra middelen via de perspectiefnota voor bos geeft de provincie daarvoor het goede voorbeeld en een goede impuls. Ook zijn recent middelen toegekend voor bosrevitalisering in het kader van de koplopersprojecten Nationaal Programma Landelijk Gebied en zijn ook middelen aangevraagd uit de 2e fase Landelijk Programma Natuur.

Wat gaan we daarvoor doen?

Biodiversiteit beschermd

Terug naar navigatie - Biodiversiteit beschermd

Indicator:

  • In 2030 is de stand van de populaties kwetsbare en bedreigde planten en dieren minimaal behouden t.o.v. 2022.

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

De biodiversiteit staat onder druk, ook buiten de N2000-gebieden. Maatregelen zijn erop gericht om kwetsbare soorten te behouden, maar het resultaat daarvan is met name mede afhankelijk van de mate waarin de transities naar een duurzame landbouw en energievoorziening en naar een natuurinclusieve samenleving effect sorteren.

Wat gaan we daarvoor doen?

Basisvoorwaarden op orde: lucht-, water- en bodemkwaliteit

Terug naar navigatie - Basisvoorwaarden op orde: lucht-, water- en bodemkwaliteit

Indicator:

  • In 2030 is de emissie en depositie van stikstof in Noord-Brabant afgenomen tot een niveau zoals in het kader van het NPLG tussen rijk en provincie is overeengekomen. 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

Op 26 oktober jl. heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu de nieuwe stikstofdepositiecijfers voor Natura 2000-gebieden gepubliceerd. Hierover bent u afgelopen najaar geïnformeerd via de Memo gedeputeerde Actualisatie stikstofcijfers. Op basis van de nieuwe depositiecijfers kan voor stikstofgevoelige habitats in Brabantse Natura 2000-gebieden het volgende geconcludeerd worden. In 2021 werd in 17 van de 21 Natura 2000-gebieden voor ca. 11.500 hectare (ca. 91%) de zogenoemde Kritische Depositiewaarde voor stikstof overschreden. De prognose voor 2030 is dat dit met ca. 500 hectare afneemt naar ca. 11.000 hectare. Daarmee blijft ca. 86% van het stikstofgevoelige areaal overbelast. De prognose voor 2030 is gebaseerd op de ramingen van het Planbureau voor de Leefomgeving in het kader van de Klimaat- en energieverkenning. Daarmee zou het aandeel stikstofgevoelige Natura 2000 met een stikstofdepositie onder de Kritische Depositiewaarde toenemen van ca. 9% naar ca. 13%. Op basis van de voorgaande landelijke stikstofcijfers was dit nog ca. 13% respectievelijk ca. 27%. In het najaar van 2024 publiceert het RIVM de landelijke monitoringscijfers voor monitoringsjaar 2022. Nadat deze geactualiseerde informatie beschikbaar is, zullen wij deze met uw Staten delen.

Wat gaan we daarvoor doen?

Natuur meewegen bij ruimtelijke en economische ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Natuur meewegen bij ruimtelijke en economische ontwikkelingen

Indicator:

  • In 2030 is er een gedeelde basis voor een 'Natuurinclusief Brabant' en zijn de 8 domeinen van natuurinclusieve samenleving uitgewerkt in specifieke plannen voor Brabant. 
  • In 2030 is er een positieve trend voor biodiversiteit in het stedelijk gebied 

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

De voorbereidingen zijn gestart voor de Brabantse Agenda Natuurinclusief en om gemeenten te stimuleren en te faciliteren bij het opstellen van soortenmanagementplannen. 
In 2024 is de interne inventarisatie gestart van de uitvoeringsagenda’s van alle provinciale beleidsvelden op bestaande natuurinclusieve initiatieven en nieuwe koppelkansen voor natuurinclusiviteit. Tegelijk starten we ook een inventarisatie op met externe partners. Uiteindelijk leidt dat tot de Brabantse Agenda Natuurinclusief, gebaseerd op de domeinen die in de Landelijke Agenda Natuurinclusief zijn benoemd. Op basis van deze Agenda zullen op elk van de onderscheiden domeinen plannen worden opgesteld in afstemming met de betreffende beleidsvelden.

Wat gaan we daarvoor doen?

Meer groen in de directe omgeving

Terug naar navigatie - Meer groen in de directe omgeving

Indicator:

  • In 2030 is het aantal vierkante meters groen per gemeente in de bebouwde kom (met 5%) toegenomen ten opzichte van 2023. 

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Wat gaan we daarvoor doen?

Milieu. Continue verbetering van de luchtkwaliteit en vermindering van de geluid-, geur- en lichthinder

Terug naar navigatie - Milieu. Continue verbetering van de luchtkwaliteit en vermindering van de geluid-, geur- en lichthinder

We werken de tien milieuthema’s momenteel  uit in een uitvoeringsagenda 2024-2027, welke in september vastgesteld wordt. Op basis van het budget dat met de Perspectiefnota 2025 beschikbaar wordt gesteld, maken we daarin keuzes ten aanzien van welke onderdelen uit het Beleidskader Milieu we in deze periode oppakken en op welke wijze (zie blz. 33 e.v. PPN 2025). 

Voor het project Regionale samenwerking en gemeentelijke deelname Schone Lucht Akkoord hebben de SLA-partners begin 2023 hun jaarlijkse plannen ingeleverd waarin staat hoe zij de uitstoot van stikstofoxiden en fijnstof in Nederland gaan verminderen. Het RIVM heeft berekend dat de gezondheidseffecten als gevolg van luchtvervuiling in 2030 met 46 procent afnemen ten opzichte van 2016. Voorwaarde daarvoor is dat deze plannen volledig worden uitgevoerd. Als ook de effecten van maatregelen tegen klimaatverandering en stikstofneerslag worden meegerekend is een gezondheidswinst van 50 procent haalbaar. Een gezondheidswinst van 50% betekent dat mensen in Nederland gemiddeld per persoon 2,5-3,5 maanden langer leven.

We streven ernaar dat de luchtkwaliteit gaat voldoen aan de WHO (World Health Organization)-advieswaarden uit 2005 voor fijnstof en stikstofdioxide.
Deze advieswaarden zijn strenger dan de normen die nu in Nederland gelden. De Europese Unie gebruikt deze advieswaarden om de wettelijke normen voor fijnstof en stikstofdioxide Europees aan te scherpen. Deze normen zullen naar verwachting gaan gelden vanaf 2030.

Indicator:

  • In 2030 is de luchtkwaliteit verbeterd en de geluidsoverlast verminderd

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Wat gaan we daarvoor doen?

Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) leveren een bijdrage aan een gezonde fysieke leefomgeving en daarmee een bijdrage aan een goed werk- en leefklimaat.

Terug naar navigatie - Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) leveren een bijdrage aan een gezonde fysieke leefomgeving en daarmee een bijdrage aan een goed werk- en leefklimaat.

Indicator:

  • De kwaliteit van de uitvoering van VTH voldoet aan de kaders van landelijke wetgeving;
  • Bij het opstellen van de provinciale beleidskaders en uitvoeringsagenda’s voor o.a. Natuur, Water, Milieu, Energie, Landbouw en Voedsel wordt bewust bezien of en hoe beschikbare VTH-instrumenten ingezet kunnen worden om een bijdrage te leveren aan het bereiken van een beleidsdoel.

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Wat gaan we daarvoor doen?

Ontwikkelingen en onzekerheden

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en onzekerheden

Natuur

  • Voor verschillende specifieke uitkeringen, zoals de 1e fase van Landelijk Programma Natuur (LPN) en Versnellingsvoorstellen transitie landelijk gebied is het nog onzeker op welk niveau de realisatie voor dit jaar uit zal komen.
  • Voor meerdere subsidieregelingen is het lastig om de uitgaven precies te ramen. Vanuit verschillende regelingen worden vrijwel alleen grote subsidies verstrekt, waardoor het verlenen van een subsidie in het huidige of het volgende jaar groot verschil kan maken voor de realisatie in een bepaald jaar. Andere regelingen ontvangen soms laat in het jaar grote aantallen aanvragen waardoor onzeker is of alle subsidieaanvragen nog dit jaar beschikt kunnen worden. Deze onzekerheden spelen bijvoorbeeld bij Biodiversiteit of de Stimuleringsregeling Landschap. In het kader van natuurbrandpreventie wordt mogelijk dit jaar nog een subsidieregeling opengesteld.
  • De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft aangekondigd subsidieregelingen die zij niet direct voor het Rijk uitvoeren, over te dragen aan de opdrachtgevers. Dit betekent voor provincie Noord-Brabant de overdracht van twee langlopende regelingen waarvoor de beschikkingen reeds zijn verstrekt:
    o    functiewijziging bij inrichtingssubsidies natuur (SKNL en PSN). 
    o    groenblauw stimuleringskader (STIKA), de voorloper van de huidige stimuleringsregeling Landschap (Stila). 
    Voor Stika gaat de RVO de werkzaamheden nog zo veel mogelijk voor ons afronden in 2024. Eventuele financiële effecten die hieruit volgen worden meegenomen in de Slotwijziging. Wij bereiden ons er op voor om de uitvoering van deze regelingen vanaf 2025 over te nemen.
  • De aanvraag voor de 2e fase LPN is ingediend bij het Rijk. De beschikking wordt dit najaar verwacht. Via de Statenmededeling over de aanvraag 2e fase LPN bent u geïnformeerd dat een deel van deze specifieke uitkering wordt benut voor provinciale capaciteitsinzet in 2024.

VTH

  • Naast de nieuwe manier van werken vanwege de Omgevingswet, is de grootste onzekerheid die VTH raakt, het stikstofvraagstuk. Op 1 juli 2024 zijn de ammoniakemissie-eisen uit de Omgevingsverordening van kracht geworden. We houden hierop actief toezicht, zoals we u hebben gemeld in de Statenmededeling over onze toezichtsaanpak. Daarnaast blijft de jurisprudentie zich ontwikkelen en hebben we veel werk aan de ingediende intrekkingsverzoeken.
  • Het jaarrekeningresultaat 2023 van de omgevingsdiensten en de actualisatie van de prognoses voor 2024 aan de hand van de tweede termijnrapportages van de omgevingsdiensten zullen bij de slotwijziging worden verwerkt.
  • Conform statenmededeling Inbesteding taak “afhandeling van verzoeken om af te wijken van bijlage VI Omgevingsverordening Noord-Brabant, Technische eisen huisvestingssystem” d.d. 2 juli 2024 gaat de provincie vanaf 2024 over tot het zelfstandig uitvoeren van de afhandeling van verzoeken tot de toepassing van de hardheidsclausule. Voorheen gebeurde dit door de omgevingsdiensten. 

Financieel overzicht

Terug naar navigatie - Financieel overzicht
Bedragen x € 1.000
4. Natuur en milieu Begroting t/m wijz. 5 Wijziging 6 Begroting t/m wijz. 6
Lasten 176.033 -8.908 167.125
Baten 32.662 713 33.375
Saldo baten en lasten 143.372 N 9.621 V 133.750 N