Programma 3 Water en bodem

Algemene voortgang van het programma

Terug naar navigatie - Algemene voortgang van het programma

Het programma Water en Bodem blijft vol inzetten op het behalen van de in het Regionaal Water en Bodemprogramma (RWP) vastgelegde doelen, onder andere ten aanzien van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Hierbij ervaren we weliswaar substantiële uitdagingen maar realiseren we, samen met onze uitvoeringspartners, tegelijkertijd KRW uitvoeringsprojecten met mooie resultaten zoals Bossche Broek Zuid, Groote Waterloop, 1e fase Weimeren, Graafsche Raam, Groote Wetering en Schijndelse Loop. Dit jaar zijn we daarnaast gestart met het vormgeven van de KRW-impuls Brabant. Samen met de Brabantse waterschappen en aanvullend op de bestaande inspanningen zetten we ons hiermee maximaal in om de KRW-doelen te halen. 

In lijn met de nieuwe KNMI-klimaatscenario's uit 2023 is de klimaatverandering steeds meer zichtbaar - met in 2024 het natste voorjaar ooit gemeten en vier droge zomers in de laatste zes jaar. Op 27 juni jl. heeft de conferentie “Expeditie Klimaatadaptatie Zuid-Nederland 2100” plaatsgevonden met de betrokken overheden uit Brabant en Limburg waarbij actuele inzichten en praktijkvoorbeelden zijn gedeeld ten aanzien van de handelingsperspectieven voor klimaatadaptatie.

Het borgen van “Water en bodem sturend” voor de ruimtelijke inrichting en landgebruik in Brabant is een doorlopend proces, waarin - met het uitwerken van het voorontwerp BPLG, het Ruimtelijk Voorstel voor Brabant, de afspraken in het kader van NOVEX Stedelijk Brabant, het addendum RWP (in wording) en de Droogteagenda 2040 - in de afgelopen periode nadrukkelijk stappen in gezet.
 
Afgelopen periode is tevens de planuitwerkingsfase van de grootschalige rivierverruimings- en hoogwaterveiligheidsprojecten "Oeffelt" en "Meanderende Maas" afgerond en wordt de uitvoering gestart. Daarnaast is in juni ’24 de kick-off van de Hoogwater aanpak Brabant Oost (kortweg HoWaBo) georganiseerd om de hoogwaterproblematiek in het regionale systeem afwaterend op de Maas het hoofd te bieden. In de Zuidwestelijke Delta starten we met onze partners met de verkenning voor een lange termijn perspectief voor het Volkerak-Zoommeer.

Daarnaast geven we invulling aan duurzaam grondwaterbeheer en onze wettelijke taak om de drinkwatervoorziening duurzaam te bestendigen. Belangrijke mijlpaal is daarbij het opnieuw bekrachtigen van de Brabantse Droogteagenda bij de bovengenoemde klimaatconferentie, waarmee ook de inbreng van de Brabantse gemeenten is geborgd. De Zuidelijke Rekenkamer (ZRK) heeft voor de zomer een advies opgesteld over de drinkwatervoorziening in Brabant. Komende maanden kijken we naar de consequenties van de aanbevelingen. Met industriële partners zijn we in gesprek over meer circulair watergebruik waarbij we onze inzet, met middelen uit de Perspectiefnota, intensiveren. 

Vanuit de provincie werken wij vanuit drie perspectieven aan een vitale bodem in Brabant: Kennisontwikkeling en -verspreiding o.a. via BodemUp Brabant, de transitie van de landbouw (precisie-, biologische, natuur inclusieve en kringlooplandbouw, zie programma 7 Landbouw en Voedsel) en de aanpak van bodemverontreinigingen. In 2024 hebben we de intensivering van de BodemUP Brabant aanpak doorgezet zoals eerder aangegeven in de Statenmededeling over de voortgang. Er zijn nu al 1000 deelnemende boeren. In 2024 is tevens gestart met de monitoring. De monitoring gaat inzicht geven in het effect van het uitvoeren van bodemmaatregelen op o.a. de waterkwaliteitsopgave. Betreffende bodemverontreinigingen zijn er in de eerste helft van 2024 voor twee verontreinigingen, ontstaan door directe lozing van stoffen gerelateerd aan de productie van drugs, de grondsaneringen afgerond. De voorbereiding voor de uitvoering van de grondwatersanering is gestart. De inspanning die we hebben geleverd, samen met Energie Beheer Nederland, om de potentie voor geothermie in Brabant in beeld te brengen hebben geleid tot het plaatsen van de eerste onderzoeksboring in Heijningen.  

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Voldoende Water

Terug naar navigatie - Voldoende Water

Niet te weinig diep en ondiep grondwater en oppervlaktewater met optimale zoetwaterbeschikbaarheid en waterverdeling in geval van extreme droogte, en niet te veel oppervlaktewater, om ernstige regionale wateroverlast zo veel mogelijk te voorkomen

Indicatoren:

  • De grondwatervoorraad is op orde en stabiel op termijn: Grondwaterstand en stijghoogte in de grondwaterlichamen voldoet aan de norm (uiterlijk 2027 moeten beide grondwaterlichamen voldoen, 1 voldoet momenteel niet).
  • Voldoende grondwater voor de natuur: Areaal natte natuurparels dat niet langer verdroogd is (uiterlijk 2027 is 12.000 ha NNP niet langer verdroogd).

Kwaliteit (indicator)

R

Kwaliteit (toelichting)

Bovenstaande indicatoren vergen een langetermijn aanpak en medewerking van veel partijen. Daarom hebben we in 2021 nadere afspraken gemaakt met onze waterpartners in het Grondwaterconvenant 2021-2027, de Droogteagenda 2023-2040 en de Maatwerkovereenkomsten met de waterschappen (MOKs) en de daarbij horende adaptieve programmering. Het beeld ontstaat dat niet alle maatregelen gericht op verdrogingsbestrijding voor 2027 uitgevoerd kunnen worden. Dit komt met name door onvoldoende beschikbare gronden en de complexiteit van het uit te voeren watersysteemherstel.

Wat gaan we daarvoor doen?

Schoon Water

Terug naar navigatie - Schoon Water

Schoon grond- en oppervlaktewater voor onze volksgezondheid en natuur, conform de normen van de Kaderrichtlijn Water; het voorkomen van verontreiniging en het beschermen van diepe grondwatervoorraden

Indicatoren:

Basis op orde: alle oppervlaktewateren en het grondwater voldoen aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water in 2027. (bevat verplichte indicator BBV: % van de waterlichamen met een goede ecologische kwaliteit) 

  • Alle fysische, biologische en chemische parameters zijn op orde voor zowel de KRW-oppervlaktewateren als de overige oppervlaktewateren. 
  • Het grondwaterlichaam verkeert in een goede chemische (grondwater)toestand; 
  • Er vindt geen trendmatige achteruitgang van de (grond)- waterkwaliteit plaats 

Verminderde inbreng stoffen: 

  • De inbreng van antropogene stoffen en stoffen die expliciet in de KRW genoemd zijn wordt voorkomen en beperkt. Dit geldt voor alle gevaarlijke stoffen, ook als er momenteel nog geen waternormen voor zijn, zoals voor PFAS, bestrijdingsmiddelen, medicijnresten en plastics. 

Grondwater voor menselijke consumptie is blijvend beschermd:

  • Bronnen openbare drinkwaterwinningen zijn op orde. 

Deze indicatoren dragen bij aan de provinciale doelstelling om ‘3 gezonde levensjaren erbij voor iedere Brabander’. 

Kwaliteit (indicator)

R

Kwaliteit (toelichting)

De waterkwaliteit voldoet niet overal aan de wettelijke eisen. De realisatie van projecten ten aanzien van beek- en kreekherstel en het oplossen van vismigratieknelpunten lopen achter op de planning. Via de adaptieve programmering van de maatwerkovereenkomsten (MOK’s) voeren we hierover het gesprek met de waterschappen ten aanzien van de lopende/ toekomstige programmering van maatregelen. Waarbij het beeld ontstaat dat niet alle inrichtingsmaatregelen voor 2027 uitgevoerd kunnen worden. Dit komt met name door onvoldoende beschikbare gronden en de complexiteit van het uit te voeren watersysteemherstel.

Wat gaan we daarvoor doen?

Veilig Water

Terug naar navigatie - Veilig Water

Veiligheid tegen hoogwater in het hoofdwatersysteem en het regionaal watersysteem

Indicatoren: 

Brabant is beschermd tegen overstromingen en biedt Ruimte voor de rivier: 

  • Het percentage rivierenlandschap waar sprake is van sterke dijken in combinatie met een uitbreiding van de afvoercapaciteit. 
  • De regionale keringen zijn veilig. (100% voldoet aan de norm). 

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Wat gaan we daarvoor doen?

Vitale Bodem

Terug naar navigatie - Vitale Bodem

Vergroten van de vitaliteit, sponswerking, resistentie tegen ziekten en natuurlijk productievermogen van de bodem voor duurzame landbouw en biodiversiteit

Indicatoren: 

In de agrarische beïnvloedingsgebieden rondom de prioritaire N2000 gebieden en natte natuurparels, in de voedingsgebieden voor strategische grondwatervoorraden, grondwaterbeschermingsgebieden en gebieden met verhoogd risico op uitspoeling van nitraat en afspoeling van fosfaat is de bodem vitaal en worden de normen voor de Kaderrichtlijn Water en Nitraatrichtlijn gehaald: 

  • de sponswerking voor water en voedingsstoffen is op orde: verliezen van voedingsstoffen naar het grond- en oppervlakte- water zijn minimaal en er is geen sprake meer van verdichting, zodat regenwater kan infiltreren;
  • het gehalte aan organische stof is op zodanig niveau dat een gevarieerd bodemleven mogelijk is en meststoffen en water worden gebonden;
    Streven: 100% van de landbouwbodems in 2050 vitaal, gekoppeld aan klimaat adaptieve inrichting en gebruik. 

Ecologische principes nemen een centrale plaats in de agrarische bedrijfsvoering in:

  • het aantal praktiserende boeren neemt toe. 

Deze indicatoren dragen via een verbeterde (grond)waterkwaliteit bij aan de provinciale doelstelling van ‘3 gezonde levensjaren erbij voor iedere Brabander’. 

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Wat gaan we daarvoor doen?

Klimaatadaptatie

Terug naar navigatie - Klimaatadaptatie

Aanpassen aan klimaatverandering in alle domeinen van het provinciale waterbeleid

Indicator:

  • Brabant heeft in 2050 een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting: Brabant wordt klimaatbestendig en waterrobuust ingericht op basis van de leidende principes uit dit RWP. (100% in 2050)

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

Een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting van Noord-Brabant vereist een transitie in het stedelijk en landelijk gebied: van zo snel mogelijk afvoeren naar vasthouden van water.  De gewenste transitie in de omgang met water in het licht van een veranderend klimaat vereist ook een omslag in denken en handelen én samenwerking door alle partijen in Brabant, van inwoner tot bedrijfsleven. In 2023 zijn de nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI verschenen. In vergelijking met de vorige KNMI-scenario's uit 2014 zijn de zeespiegelstijging, de temperatuurstijging in de zomer en de droogte aanzienlijk naar boven bijgesteld. Onduidelijk is of onze inspanningen voldoende blijken met het oog op de snelheid en impact van klimaatverandering. Met de uitwerking van de klimaatscenario's naar Deltascenario's ontstaat meer inzicht wat de nieuwe klimaatscenario's betekenen voor de vraagstukken en de grootte van de opgave. Daarom staat deze indicator op ‘oranje’. 

Wat gaan we daarvoor doen?

Ontwikkelingen en onzekerheden

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en onzekerheden
  • Het ontbreken van voldoende stringente wetgeving vanuit Rijk en EU heeft impact op het tijdig behalen van de Kaderichtlijn Water (KRW)-doelen. Via de KRW-impuls in Brabant - in lijn met het provinciale bestuursakkoord - gaan we ons als provincie (samen met waterschappen en partners) maximaal inspannen om de doelen wel te behalen dan wel zo dicht mogelijk bij de realisatie te komen in 2027.
  • Veranderend Rijksbeleid en de daaruit voortkomende transitie van het water- en bodemsysteem (handelingsprincipe ‘Water en Bodem sturend’, Nationaal Programma Landelijk Gebied) alsmede aanvullende Rijksmiddelen kunnen leiden tot aanpassing en aanscherping van lopende afspraken zoals de maatwerkovereenkomsten met de Waterschappen.
  • De consequenties van de nieuwe Klimaatscenario’s 2023 van het KNMI (ten aanzien van toenemende weersextremen (droogte/hitte en wateroverlast/veiligheid) en doorwerking in beleid, projecten en financiën zijn nog nader uit te werken en kunnen leiden tot de noodzaak van beleidsbijstelling in de komende jaren.
  • We verwachten voor 'Deltaprogramma Zoetwater 2e tranche Zuidwestelijke Delta (DPZW-ZWD)' een Specifieke Uitkering (SPUK) van het Rijk in het najaar van 2024 ten aanzien van de onderdelen ‘Vitale Bodem’, 'Overtollig water Brabantse Wal', 'Krekenvisie' en ‘PAN Polders’.
  • Het hoogwaterveiligheidsproject Ruimte voor de Maas van Oeffelt gaat de realisatiefase in. De afrekening van de planfase (binnen de beschikbare middelen) vindt plaats in de 2e helft van 2024, de precieze omvang van de provinciale bijdrage is nog nader te bepalen.
  • In het najaar van 2024 wordt de 2e tranche bijdragereling Water en Bodem opengesteld voor de (inrichtings)projecten KRW en Deltaplan Hoge Zandgronden ten behoeve van de uitvoering door de waterschappen en andere partners. Na ontvangst en beschikking van de aanvragen zijn de liquiditeitsramingen bekend.
  • De grondwaterheffing wordt jaarlijks geïndexeerd, we passen hiertoe de toekomstige ramingen bij de slotwijziging aan.

Financieel overzicht

Terug naar navigatie - Financieel overzicht
Bedragen x € 1.000
3. Water en Bodem Begroting t/m wijz. 5 Wijziging 6 Begroting t/m wijz. 6
Lasten 58.359 -3.492 54.867
Baten 18.667 2.736 21.403
Saldo baten en lasten 39.692 N 6.228 V 33.464 N