Programma 2 Ruimte en wonen

Algemene voortgang van het programma

Terug naar navigatie - Algemene voortgang van het programma

Het programma loopt op koers. Op 24 mei is door PS het Beleidskader Wonen en Werken vastgesteld (PS 20/23). Op basis daarvan wordt de uitvoeringsagenda Wonen en Werken 2024-2027opgesteld, waarvan dit najaar de vaststelling is voorzien.

Eind 2023 is het Ruimtelijk Voorstel aangeboden aan het Rijk. Dit voorstel is (mede) input voor de Nota Ruimte waarvan afgelopen juni van het Rijk het voorontwerp is ontvangen. Los van de verder te maken afspraken met het Rijk op basis van het Ruimtelijk Voorstel zijn we zelfbewust en proactief aan de slag met de uitwerking. Zo hebben we de gebiedspaspoorten geactualiseerd en zijn we aan het verkennen hoe we het gebiedsgerichte omgevingsprogramma in gaan zetten (zie verder Statenmededeling).

1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden en zijn nu de eerste ervaringen opgedaan. Het werken met de nieuwe wet is voor alle partijen nog onwennig en het is nog te vroeg om eindconclusies te trekken. We kunnen wel stellen dat de inwerkingtreding van de wet, door een aantal tijdelijke alternatieve maatregelen te treffen, goed is verlopen en dat het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) werkt, hoewel er zeker ook nog gebreken zijn (zie Statenmededeling). Ook 
ondersteunen we het initiatief vanuit de Regionale Implementatiecoaches Omgevingswet (RIO) ‘Samen bouwen met partners in regio’s aan omgevingsplannen van Noord-Brabantse gemeenten, SPRONG’.

We zetten ons in om de woningbouw te versnellen. Zo worden onder andere via de regeling Stimulering Woningbouw gemeenten ondersteund bij het versnellen van woningbouw. Ook dragen we (financieel en organisatorisch) bij aan en nemen we deel aan de uitvoering van de Regionale Woondeals. Daarnaast hebben we (ten behoeve van het beter benutten van de bestaande voorraad) in samenwerking met een drietal andere de provincies een Handreiking optoppen opgesteld. Daarmee wordt kennis en ervaring met het toevoegen van nieuwe woonlagen aan bestaande gebouwen gedeeld (zie nieuwsbericht).

We werken aan het verduurzamen van onze bedrijventerreinen via de aanpak Grote Oogst. Na het accorderen van de 12 plannen van aanpak in 2023, zien we dat terreinen in verschillende snelheden aan de slag zijn gegaan en de eerste successen nu zichtbaar zijn (zie Statenmededeling). Ook zijn we aan de slag met het actualiseren van de programmeringsafspraken bedrijventerreinen. Hierbij is het een uitdaging om te zorgen voor voldoende (ontwikkel)ruimte voor economie op termijn.

Ook werken we onverkort aan de grote stedelijke opgaven van Brabant. Naar verwachting wordt in het najaar de uitvoeringsagenda NOVEX Stedelijk Brabant vastgesteld. Na de oprichting van de BV Fellenoord (Eindhoven) begin dit jaar, komt deze grote gebiedsontwikkeling nu in de uitvoeringsfase. Ook is de samenwerkingsagenda voor de gebiedsontwikkeling ‘t Zoet (Breda) herijkt. Verder is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de gemeente Maashorst, waarbij we samen investeren in de herontwikkeling van centrumgebied Uden, één van de 12 stedelijke gebiedsontwikkelingen uit het bestuursakkoord.

Op basis van het vastgestelde Beleidskader Wonen en Werken zijn bij deze bestuursrapportage de doelstellingen en indicatoren hierop aangepast.

Samen met Brabantse partners en externe onderzoeksbureaus wordt gewerkt aan de inhoud van de Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof 2.0. Deze wordt naar verwachting eind 2024 in definitieve vorm opgeleverd. Daarnaast houden we actuele ontwikkelingen bij op het gebied van stikstof(uitspraken) en andere landelijke ontwikkelingen. Ook continueert het stikstofloket haar ondersteunende en informerende werkzaamheden.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Integraal werken aan het toekomstbestendig maken van het stedelijk netwerk

Terug naar navigatie - Integraal werken aan het toekomstbestendig maken van het stedelijk netwerk

Brabant heeft een aanzienlijke nieuwbouw- en transformatieopgave om sterke steden en vitale dorpen te houden en daarmee te werken aan het versterken en het toekomstbestendig maken van het stedelijk netwerk. Hierbij gaat het niet alleen om wonen en werken, maar ook om verstedelijking die bijdraagt aan de mobiliteitstransitie, de energietransitie, duurzaamheid en klimaatadaptatie. Tegelijkertijd is de verstedelijkingsopgave aanjager voor de aanpak van andere opgaven, zoals op het terrein van economie, arbeidsmarkt en brede welvaart, inclusief gezondheid, leefbaarheid en sociale veiligheid. Dit vraagt om integrale keuzes en een integrale aanpak.

  • Kwalitatieve monitor, 1 keer per 2 jaar, 1e uit te voeren in 2024
  • Kwalitatieve evaluatie, 1 keer per 2 jaar, 1e uit te voeren in 2025.

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Wat gaan we daarvoor doen?

Zorgdragen voor duurzame en toekomstbestendige werklocaties in Brabant

Terug naar navigatie - Zorgdragen voor duurzame en toekomstbestendige werklocaties in Brabant

Indicatoren:

  • Ontwikkeling werklocaties. Oppervlakte harde en geprogrammeerde plancapaciteit voor nieuwe werklocaties, ten opzichte van de uitbreidings- en vervangingsvraag in het laagscenario tot en met 2030, streefwaarde 100% (2022: 93%).
  • De voortgang van de verduurzaming van Grote Oogst terreinen. 
    -    50% verduurzaming in 2030 op het gebied van energie- en materiaalgebruik op Grote Oogst terreinen.
    -    Monitor >  opleveren kwalitatieve en kwantitatieve monitor Grote Oogst.

Kwaliteit (indicator)

-

Kwaliteit (toelichting)

Wat gaan we daarvoor doen?

Verbeteren van omgevingskwaliteit

Terug naar navigatie - Verbeteren van omgevingskwaliteit

Indicatoren:

  • Kwalitatieve evaluatie naar de doorontwikkeling van het ‘diep, rond en breed’ werken, uit te voeren in 2027, met een tussentijdse evaluatie uit te voeren in 2025
  • Gezondheid: in het programma Ruimte en Wonen zijn we onder andere actief met de verstedelijkingsopgaven en verduurzaming van de bedrijventerreinen. Hierin nemen we gezondheid bevorderende maatregelen zoals vergroening tegen hittestress. De activiteiten zijn verwerkt in het vast te stellen beleidskader leefomgeving.

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Wat gaan we daarvoor doen?

Realiseren van voldoende woningen, die aansluiten op de vraag

Terug naar navigatie - Realiseren van voldoende woningen, die aansluiten op de vraag

Indicatoren: 

  • Toename Brabantse woningvoorraad periode 2023- 2035:
    Totaal toename: circa 165.000 / 13.500 per jaar
    o    Waarvan sociale huurwoningen: circa 49.500 / 4.125 per jaar
    o    Waarvan middeldure huur- én betaalbare koopwoningen: circa 60.500 / 5000 p/j
  • Zorgvuldige inpassing van nieuwe woonruimte: gemiddeld genomen wordt ca. tweederde van de jaarlijkse woningbouw (toevoeging aan de woningvoorraad) op binnenstedelijke locaties gerealiseerd. 

Kwaliteit (indicator)

O

Kwaliteit (toelichting)

In 2024 wordt een groei verwacht van ca. 11.750 woningen. De oorzaak voor de teruglopende groei hangt, zoals ook gemeld in de BURAP-I, samen met vele factoren, waaronder bouw- en energieprijzen, renteontwikkelingen, juridische procedures, etc. We blijven ons inspannen om het bouwtempo weer op het benodigde niveau te krijgen.

Wat gaan we daarvoor doen?

Verbeteren van vitaliteit en toekomstbestendigheid van werklocaties

Terug naar navigatie - Verbeteren van vitaliteit en toekomstbestendigheid van werklocaties

Indicatoren: 

•    Ontwikkeling werklocaties. Oppervlakte harde en geprogrammeerde plancapaciteit voor nieuwe werklocaties, ten opzichte van de uitbreidings- en vervangingsvraag in het laagscenario tot en met 2030, streefwaarde 100% (2022: 93%). 
•    De voortgang van de verduurzaming van Grote Oogst terreinen. 
-    50% verduurzaming in 2030 op het gebied van energie- en materiaalgebruik op Grote Oogst terreinen.
-    Monitor >  opleveren kwalitatieve en kwantitatieve monitor Grote Oogst.

Kwaliteit (indicator)

G

Kwaliteit (toelichting)

Wat gaan we daarvoor doen?

Ontwikkelingen en onzekerheden

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en onzekerheden

Veel van de prestaties worden geleverd in samenwerking met externe partners. Daarmee geeft dat ook onzekerheden ten aanzien van de (timing van) uitputting van budgetten. Voorbeelden hiervan zijn de uitnutting van de regeling Stimulering woningbouw en de uitgaven voor Werklocaties.

Verschijnen Hoofdlijnenakkoord Rijk: NPLG als vrij onderwerp, het niet instellen van het Transitiefonds NPLG en het (deels) wegvallen van de reservering. 
Op 16 mei presenteerden de vier coalitiepartijen hun hoofdlijnenakkoord. Hierin staan voornemens die relevant zijn voor het stikstofdossier, waaronder de aankondiging van middelen voor innovatie en opkoop – in plaats van een Transitiefonds - en het aanpassen van de Nitraatrichtlijn (nieuw derogatiebesluit). Tevens is het NPLG een vrij onderwerp (want niet expliciet opgenomen) en daarmee aan de Tweede Kamer om hierover te besluiten of hierop wordt voortgezet en langs welke route. Deze (beleids)voornemens moeten nog uitgewerkt worden, maar zullen effect hebben op de stikstofaanpak in de BOS 2.0. Meer zicht op uitwerking en betekenis hiervan verwachten we komende periode. Met de uitwerking komt meer helderheid over wat de uitwerking van het hoofdlijnenakkoord kan betekenen in relatie tot de doelen in de BOS. 
Wat we nu wel weten is dat het Transitiefonds NPLG in zijn huidige vorm niet zal worden ingesteld. De financiële strategie in de BOS stoelde op de inzet van middelen uit het Transitiefonds voor de maatregelen in en de uitvoering van de BOS. In de bespreekversie van de BOS worden bijvoorbeeld een aantal maatregelen genoemd (en nu doorgerekend) waarvan de financiële dekking wegvalt en dus het doorgerekend effect niet meer te verwachten is. Nu het Transitiefonds wegvalt, moet de financiële strategie in de BOS worden herzien. De uitwerking van het hoofdlijnenakkoord en het heroverwegen van de financiële onderbouwing in de BOS 2.0 kosten tijd. Hierdoor is de oorspronkelijke planning van de BOS 2.0 niet meer realistisch. Om die reden heeft het college van Gedeputeerde Staten besloten om besluitvorming over de BOS 2.0 uit te stellen en later aan de Provinciale Staten aan te bieden. Dit geldt ook voor de individuele maatregelen en trajecten die daar onderdeel van uitmaken, zoals het intrekkings- en aanschrijvingsbeleid. 

Financieel overzicht

Terug naar navigatie - Financieel overzicht
Bedragen x € 1.000
2. Ruimte en wonen Begroting t/m wijz. 5 Wijziging 6 Begroting t/m wijz. 6
Lasten 30.876 6.688 37.565
Baten 10.015 4.868 14.883
Saldo baten en lasten 20.861 N 1.821 N 22.682 N